Summary
French to Dutch:   more detail...
  1. rein:
  2. Wiktionary:
Dutch to French:   more detail...
  1. rein:
  2. Wiktionary:


French

Detailed Translations for rein from French to Dutch

rein:

rein [le ~] noun

  1. le rein (organe rénal)
    de nier

Translation Matrix for rein:

NounRelated TranslationsOther Translations
nier organe rénal; rein

Synonyms for "rein":


Wiktionary Translations for rein:

rein
noun
  1. Organe pair, situé dans l’abdomen (sens général)
rein
noun
  1. een van beide organen in de onderrug die het bloed zuiveren van afvalstoffen en deze uitscheiden in de urine.

Cross Translation:
FromToVia
rein nier kidney — an organ in the body
rein nier NiereMedizin: paarig angelegtes Ausscheidungsorgan, das durch Bildung von Harn Gifte und Endprodukte des Stoffwechsels ausscheidet (ca. 4 × 7 × 11 cm [4711]; bohnenförmig)

Related Translations for rein



Dutch

Detailed Translations for rein from Dutch to French

rein:


Translation Matrix for rein:

NounRelated TranslationsOther Translations
nature aard; geaardheid; gemoed; gemoedstoestand; geneigdheid; gezindheid; hang; inborst; inclinatie; inslag; karakter; karaktereigenschap; karaktertrek; kenmerk; kwalititeit; mentaliteit; natuur; neiging; soort; stemming; ziel
vierge maagd
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
authentique kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver authentiek; echt; heus; onvermengd; onvervalst; oorspronkelijk; origineel; pure; puur; werkelijk; zuiver; zuivere
net hygienisch; kuis; rein; schoon; zuiver aanschouwelijk; begrijpelijk; direct; duidelijk; eenduidig; fel; gekuist; gereinigd; hanig; helder; herkenbaar; keurig; netjes; netto; onbelast; ondubbelzinnig; onmiskenbaar; pinnig; proper; pure; recht door zee; regelrecht; scherp; schoon; sec; snibbig; vinnig; vlijmend; zindelijk; zorgvuldig; zuiver; zuivere
- schoon
ModifierRelated TranslationsOther Translations
chaste kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; vlekkeloos; zuiver eerbaar; gekuist; kuis; pure; zedig; zuivere
chastement kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver gekuist; kuis
hygiénique hygienisch; kuis; rein; schoon; zuiver hygiënisch; sanitair
hygiéniquement hygienisch; kuis; rein; schoon; zuiver hygiënisch
immaculé onbevlekt; onschuldig; rein; vlekkeloos brandschoon; onbesmet; onbezoedeld; smetteloos; vlekkeloos
innocemment kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver onschuldig; schuldeloos; schuldloos
innocent kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; vlekkeloos; zuiver leeghoofdig; onbedorven; onbenullig; onnozel; onschuldig; schuldeloos; schuldloos
intact kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; vlekkeloos; zuiver gaaf; heel; heelhuids; intact; koel; koud; maagdelijk; onaangebroken; onaangedaan; onaangeraakt; onaangeroerd; onaangetast; onbedorven; onberoerd; onbeschadigd; onbewogen; ongebruikt; ongedeerd; ongekwetst; ongeopend; ongerept; ongeschonden; onverkort; onverzwakt; puur; schadeloos; virginaal; zuiver
intègre onbevlekt; onschuldig; rein; vlekkeloos braaf; cru; deugdzaam; echt; eerlijk; fideel; integer; lief; menens; onbedorven; onbesproken; ongeveinsd; onkreukbaar; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; rechtgeaard; rechtschapen; rechttoe rechtaan; rechtvaardig; rondborstig; ronduit; trouwhartig; voorbeeldig; zoet
nature kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; pure; puur; virginaal; zuiver; zuivere
nettement hygienisch; kuis; rein; schoon; zuiver
propre hygienisch; kuis; maagdelijk; net; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; schoon; vlekkeloos; zuiver beleefd; beschaafd; brandschoon; fatsoenlijk; gekuist; gemanierd; gereinigd; hygiënisch; karakteristiek; kenmerkend; keurig; netjes; proper; schoon; smetteloos; tekenend; typerend; typisch; vlekkeloos; voorkomend; welgemanierd; wellevend; welopgevoed; zindelijk; zorgvuldig; zuiver
proprement hygienisch; kuis; rein; schoon; zuiver gekuist; gereinigd; hygiënisch; netjes; proper; schoon; zuiver
pudique kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver eerbaar; gekuist; kuis; zedig
pudiquement kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver gekuist; kuis
pur kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; vlekkeloos; zuiver brandschoon; echt; gaaf; gekuist; gewoonweg; klare; klinkklaar; koel; koud; kuis; maagdelijk; natuurlijk; onaangebroken; onaangedaan; onaangeraakt; onaangeroerd; onaangetast; onbedorven; onberoerd; onbewogen; ongebruikt; ongedwongen; ongekunsteld; ongeopend; ongerept; onvermengd; onversneden; onvervalst; onverzwakt; pure; puur; rechttoe; smetteloos; virginaal; vlekkeloos; zuiver; zuivere
pure hygienisch; kuis; rein; schoon; zuiver
purement hygienisch; kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; schoon; zuiver echt; gaaf; gekuist; kuis; louter; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; onvervalst; puur; virginaal; zuiver
vierge kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver blanco; gaaf; inhoudsloos; koel; koud; leeg; maagdelijk; onaangebroken; onaangedaan; onaangeraakt; onaangeroerd; onaangetast; onberoerd; onbeschreven; onbewogen; ongebruikt; ongecultiveerd; ongeopend; ongerept; oningevuld; onontgonnen; onverzwakt; puur; virginaal; zuiver
virginal kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; zuiver gaaf; koel; koud; maagdelijk; onaangebroken; onaangedaan; onaangeraakt; onaangeroerd; onaangetast; onberoerd; onbewogen; ongebruikt; ongeopend; ongerept; puur; virginaal; zuiver

Related Words for "rein":

  • reinheid, reiner, reinere, reinst, reinste, reine

Synonyms for "rein":


Antonyms for "rein":


Related Definitions for "rein":

  1. zonder stof, viezigheid of vlekken1
    • het is erg rein in haar keuken1

Wiktionary Translations for rein:

rein
adjective
  1. zonder vuil
rein
Cross Translation:
FromToVia
rein pur pure — free of flaws or imperfections