Home ->Dictionaries ->French/Dutch ->Search: magicien

French and Dutch Translation Search Results for magicien

Summary

French to Dutch: more detail...

magicien:
- tovenaar; zwarte magiër; duivelskunstenaar; duizendkunstenaar; heksenmeester
Wiktionary:
- magicien → tovenaar, magiër

French

Detailed Translations for magicien from French to Dutch

magicien:

magicien [le ~] noun

le magicien (sorcier; enchanteur; ensorceleur; envoûteur)
de tovenaar; zwarte magiër; de duivelskunstenaar
- tovenaar [de ~ (m)] noun
- zwarte magiër [znw.] noun
- duivelskunstenaar [de ~ (m)] noun
le magicien
de duizendkunstenaar
- duizendkunstenaar [de ~ (m)] noun
le magicien (sorcier)
de duivelskunstenaar
- duivelskunstenaar [de ~ (m)] noun
le magicien (sorcier)
de heksenmeester
- heksenmeester [de ~ (m)] noun

Translation Matrix for magicien:

Noun	Related Translations	Other Translations
duivelskunstenaar	enchanteur; ensorceleur; envoûteur; magicien; sorcier
duizendkunstenaar	magicien
heksenmeester	magicien; sorcier
tovenaar	enchanteur; ensorceleur; envoûteur; magicien; sorcier
zwarte magiër	enchanteur; ensorceleur; envoûteur; magicien; sorcier

Synonyms for "magicien":

alchimiste; occultiste; astrologue; devin; augure; mage; charlatan; charmeur; séducteur; ensorceleur; prophète; aruspice; oracle; sibylle; sorcier; voyant; visionnaire; chiromancien; nécromancien; cartomancien; escamoteur; acrobate; illusionniste; jongleur; manipulateur; prestidigitateur; enchanteur; truqueur; thaumaturge

Wiktionary Translations for magicien:

Cross Translation:

From	To	Via
• magicien	→ tovenaar; magiër	↔ magician — practitioner of allegedly supernatural magic