French
Detailed Translations for amenée from French to Dutch
amenée: (*Using Word and Sentence Splitter)
- âme: ziel; kracht; energie; daadkracht; werklust; momentum; fut; puf; esprit; aandrift; natuur; karakter; aard; mentaliteit; inslag; geaardheid; gemoed; inborst; geest; verschijning; spook; schim; geestverschijning; spookverschijning; stemming; gemoedstoestand
- né: geboren; geschapen; ter wereld gekomen
- âne: ezel; schaap; kuiken; uil; onnozole hals; sukkel; rund; idioot; oen; sul; onnozelaar; stommerd; stommerik; onnozele; druiloor; kalfskop; schapenkop; schaapskop; onnozele hals; domkop; dommerik; sufferd; domoor; uilskuiken; stommeling; dom gansje; domme koe; sufferdje; domme gans; dom wicht; leeghoofdje