Summary
French to Dutch: more detail...
-
unicellulaire:
-
Wiktionary:
unicellulaire → ééncellig -
Synonyms for "unicellulaire":
monocellulaire; protiste
-
Wiktionary:
French
Detailed Translations for unicellulaire from French to Dutch
unicellulaire: (*Using Word and Sentence Splitter)
- uni: verbonden; samenhangend; verenigd; een eenheid vormend; aaneengesloten; effen; aaneengeregen; van één kleur; eensgezind; harmonieus; saamhorig; eendrachtig
- cellulaire: mobiel
- unir: bundelen; concentreren; samenbrengen; bijeenbrengen; bij elkaar brengen; verbinden; koppelen; samenvoegen; combineren; paren; bijeen voegen; verbroederen; zich verzoenen met
unicellulaire:
Synonyms for "unicellulaire":
Wiktionary Translations for unicellulaire:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• unicellulaire | → ééncellig | ↔ unicellular — having a single cell |