Summary
French to Dutch: more detail...
-
affaler:
-
Wiktionary:
affaler → vieren, neerhalen, op de kust lopen, langs een touw naar beneden glijden, zich laten vallen, zich uitrekken -
Synonyms for "affaler":
tomber
-
Wiktionary:
French
Detailed Translations for affaler from French to Dutch
affaler:
Synonyms for "affaler":
Wiktionary Translations for affaler:
affaler
verb
-
abaisser un cordage
-
pousser un bâtiment, un navire vers la côte, en parlant du vent, et le mettre en danger d’échouer
- affaler → op de kust lopen
-
de laisser glisser le long d’un cordage
- affaler → langs een touw naar beneden glijden
-
se laisser tomber
- affaler → zich laten vallen; zich uitrekken