Home ->Dictionaries ->French/Dutch ->Search: cascher

French and Dutch Translation Search Results for cascher

Summary

French to Dutch: more detail...

cascher:
- Wiktionary:
  cascher → koosjer, kousjer

French

Detailed Translations for cascher from French to Dutch

cascher: ^{(*Using Word and Sentence Splitter)}

cas: zaak; geval; aangelegenheid; affaire; punt; kwestie; issue; casus; naamval; problemen; problematiek; kwesties; probleem; vraagstuk; incident; zaakje; standpunt; perspectief; invalshoek; oogpunt; ophef; gezichtspunt; deining; gezichtshoek; zienswijs
cher: beste; lieve; geachte; duur; kostbaar; hooggeprijsd; lief; geliefd; bemind; favoriete; lievelings; dierbaar; geselecteerd; toegenegen; verkoren; prijzig; geliefde; dierbare; bevallig; schattig; enig; allerliefst; vertederend; snoezig; dottig; beminnelijk; waardevol; leuk; aardig; sympathiek; zeer geachte; populair; gevierd

Spelling Suggestions for: cascher

cacher; catcher; casier; castrer; clocher; cancer; cracher; coucher; cocher; casser

Wiktionary Translations for cascher:

Cross Translation:

From	To	Via
• cascher	→ koosjer; kousjer	↔ koscher — jüdische Religion; Judaismus: den jüdischen Speisegesetzen entsprechend rein und daher zum Verzehr erlaubt

External Machine Translations:

Dutch

Suggestions for cascher in Dutch

Spelling Suggestions for: cascher

casseer; castreer; casco; carter; cahier; camper; calqueer

External Machine Translations: