French
Detailed Translations for couler bas from French to Dutch
couler bas: (*Using Word and Sentence Splitter)
- couler: lopen; stromen; ondergaan; zinken; onder water gaan; vervallen; aftakelen; afzakken; afglijden; wegglijden; wegzinken; inzinken; zakken; vloeien; kelderen; in stralen lopen; druppelen; druipen; sijpelen; droppen; afdruipen; druppen; gutsen; gulpen; uitdruppelen; druppels laten vallen; in stromen neerstorten; vluchten; wegvluchten; vlieden; verzinken; galvaniseren; afvloeien; wegvloeien; wegstromen; afvoeren; doen wegvloeien; weglekken
- écouler: wegebben; afvoeren; doen wegvloeien; tappen; aftappen; spuien; water lozen; water afvoeren; uitwateren
- BAS: Business Activity Statement; BAS
- bas: laag; laaghartig; onedel; niet hoog; laag-bij-de-grond; diep; laag liggend; kous; kniekous; gemeen; stiekem; sluw; achterbaks; geslepen; geraffineerd; geniepig; listig; leep; slinks; doortrapt; gewiekst; snood; uitgekookt; gehaaid; gluiperig; vals; onwaar; onecht; nagemaakt; bedriegelijk; gefingeerd; gedempt; halfluid; grof; plat; lomp; banaal; triviaal; vunzig; schunnig; platvloers; laaghangend; ploertig