Home ->Dictionaries ->French/Dutch ->Search: destinataire

French and Dutch Translation Search Results for destinataire

Summary

French to Dutch: more detail...

destinataire:
- bestemming; geadresseerde; ontvanger; hij die ontvangt; iemand aan wie iets gegeven wordt
Wiktionary:
- destinataire → geadresseerde, ontvanger
- destinataire → geadresseerde, ontvanger, ontvangster

French

Detailed Translations for destinataire from French to Dutch

destinataire:

destinataire [le ~] noun

le destinataire (destin; destinée; récepteur; sort)
de bestemming; de geadresseerde
- bestemming [de ~ (v)] noun
- geadresseerde [de ~] noun
le destinataire (récepteur)
de ontvanger; hij die ontvangt
- ontvanger [de ~ (m)] noun
- hij die ontvangt [znw.] noun
le destinataire (récepteur)
de ontvanger; iemand aan wie iets gegeven wordt
- ontvanger [de ~ (m)] noun
- iemand aan wie iets gegeven wordt [znw.] noun
le destinataire
de ontvanger
- ontvanger [de ~ (m)] noun

Translation Matrix for destinataire:

Noun	Related Translations	Other Translations
bestemming	destin; destinataire; destinée; récepteur; sort	affectation; arrêt final; but du voyage; destination; destination de voyage; gare terminus; localisation du transport; terminus
geadresseerde	destin; destinataire; destinée; récepteur; sort
hij die ontvangt	destinataire; récepteur
iemand aan wie iets gegeven wordt	destinataire; récepteur
ontvanger	destinataire; récepteur	récepteur

Synonyms for "destinataire":

allocutaire; auditeur; récepteur

Wiktionary Translations for destinataire:

destinataire

noun

Celui, celle qui doit recevoir un message.
- destinataire → geadresseerde; ontvanger

Cross Translation:

From	To	Via
• destinataire	→ geadresseerde	↔ addressee — person or organization to which something is addressed or sent
• destinataire	→ ontvanger; ontvangster	↔ recipient — one who receives