French
Detailed Translations for à la bonne heure from French to Dutch
à la bonne heure: (*Using Word and Sentence Splitter)
- A: EVERYONE; A
- avoir: hebben; bezitten; beschikken over; in eigendom hebben; afzetten; bedriegen; oplichten; misleiden; belazeren; bedonderen; besodemieteren; beduvelen; zwendelen; bezit; tegoed; baten; activa; vermogen; geldelijk vermogen; creditnota
- à: naar; toe; naar toe; in; te; van; aan; bij; erbij; erop; ergens naartoe; via; ter; à; daaraan
- ça: het
- la: de
- là: daar; daarheen; die kant uit; daarginds; ginder; ginds; aldaar; bij; erbij; erop
- bonne: lekker; heerlijk; smakelijk; zalig; verrukkelijk; hemels; overheerlijk; kostelijk; reuzelekker; dienstmeisje; dienstbode; sloof; moeke; huissloof; vrouw; vrouwmens; vrouwspersoon
- heure: uur; tijdsbestek van een uur
Wiktionary Translations for à la bonne heure:
à la bonne heure
interj
-
(familier, fr) Pour marquer une sorte d’approbation.
- à la bonne heure → goed zo