French
Detailed Translations for faux-fruit from French to Dutch
faux-fruit: (*Using Word and Sentence Splitter)
- faillir: mislukken; falen; afgaan; mislopen; stranden; misgaan; floppen; verkeerd lopen; in de puree lopen
- faux: fout; verkeerd; mis; foutief; ernaast; onjuist; ten onrechte; onwaar; vals; onecht; nagemaakt; bedriegelijk; gefingeerd; verkeerde; zeis; gemaakt; gedwongen; onnatuurlijk; geforceerd; gemaakte gevoelens; slecht; gemeen; kwaadwillig; met slechte intentie; kunstmatig; niet echt; stiekem; achterbaks; misleidend; onaanvaardbaar; onacceptabel; geniepig; bedrieglijk; ondergeschoven; snood; gluiperig; in het geniep; illusoir; vervalsing; onoprecht; huichelachtig; falsificatie; onwaarachtig; onharmonisch
- fruit: vrucht; ooft; fruit
- fruité: fruitig
Spelling Suggestions for: faux-fruit
Wiktionary Translations for faux-fruit:
faux-fruit
noun
faux-fruit
-
résultat, après la fécondation, de la transformation des induvies d’une inflorescence.
- faux-fruit → schijnvrucht
noun
-
een vruchtlichaam dat niet uit het vruchtbeginsel ontstaan is
External Machine Translations: