Home ->Dictionaries ->French/Dutch ->Search: confier

French and Dutch Translation Search Results for confier

Summary

French to Dutch: more detail...

confier à:
- toevertrouwen; uitbesteden; aanbesteden
Wiktionary:
- confier → vertrouwen, toevertrouwen, vertrouwen hebben in, ontboezemen
- confier → toevertrouwen

French

Detailed Translations for confier from French to Dutch

confier:

Synonyms for "confier":

révéler; prêter; laisser; abandonner; négliger; omettre; consentir; remettre; donner; léguer; transmettre; maintenir; lâcher; perdre; mandater; choisir; déléguer

Wiktionary Translations for confier:

confier

verb

Traductions à trier suivant le sens
- confier → vertrouwen; toevertrouwen; vertrouwen hebben in; ontboezemen

Cross Translation:

From	To	Via
• confier	→ toevertrouwen	↔ entrust — To trust to the care of

confier à:

confier à verb

confier à
toevertrouwen
- toevertrouwen verb (vertrouw toe, vertrouwt toe, vertrouwde toe, vertrouwden toe, toevertrouwd)
confier à (mettre en pension)
uitbesteden; aanbesteden
- uitbesteden verb (besteed uit, besteedt uit, besteedde uit, besteedden uit, uitbesteed)
- aanbesteden verb (besteed aan, besteedt aan, besteedde aan, besteedden aan, aanbesteed)

Translation Matrix for confier à:

Noun	Related Translations	Other Translations
toevertrouwen		acte de faire confiance à; conservation; consignation; dépôt; détention; garde; préservation
Verb	Related Translations	Other Translations
aanbesteden	confier à; mettre en pension
toevertrouwen	confier à
uitbesteden	confier à; mettre en pension

Related Translations for confier