Summary
French to Dutch: more detail...
-
lanceuse:
-
Wiktionary:
lanceuse → werper -
Synonyms for "lanceuse":
jeteuse; instigatrice
-
Wiktionary:
French
Detailed Translations for lanceuse from French to Dutch
lanceuse: (*Using Word and Sentence Splitter)
- lance: speer; lans; straalpijp
- usé: vervallen; oud; versleten; afgedragen; afgeleefd; afgetrapt; uitgebuit; geëxploiteerd; afgesleten; uitgesleten; aftands; sleets; doorgesleten; afgesloofd
- lancer: uitgeven; lanceren; op de markt brengen; beginnen; starten; aanvangen; van start gaan; voorstellen; introduceren; kennis laten maken; bouwen; opbouwen; uitbrengen; stellen; opperen; aanbreken; naar voren brengen; poneren; een begin nemen; regelen; arrangeren; oplaten; iets op touw zetten; laten opstijgen; openen; aankaarten; aansnijden; afwerpen; aanknopen; ter sprake brengen; entameren; te berde brengen; afsmijten; gesprek aanknopen; opwerpen; ingooien; opgooien; keilen; neergooien; op de grond gooien; omhooggooien; naar beneden gooien; suggereren; smijten; inluiden; omhoog werpen; aanvoeren; ophoesten; kogelen; neerwerpen; omlaag werpen; voor de dag komen met; omhoogwerpen; naar beneden werpen
Spelling Suggestions for: lanceuse
lanceuse:
Synonyms for "lanceuse":
External Machine Translations:
Dutch