Summary
French to Dutch: more detail...
-
pour sûr:
-
Wiktionary:
pour sûr → beslist, voorzeker, zeker, en of, zeker weten
-
Wiktionary:
French
Detailed Translations for pour sûr from French to Dutch
pour sûr: (*Using Word and Sentence Splitter)
- pour: bij; te; via; ter; ten gunste van; pro; behoeve; bij wijze van; bedoeld als; om zo te zeggen; voor
- sur: aan; bij; erbij; erop; te; via; ter; zuur; wrang; zuur smakend; zurig; rins
- sûr: zeker; ongetwijfeld; vast en zeker; geheid; veilig; heus; waarachtig; waarlijk; gewis; welzeker; voorzeker; vast; reëel; feitelijk; stellig; bekend; vertrouwd; absoluut; onvoorwaardelijk; vaststaand; volstrekt; pertinent; ten enenmale; krachtig; beslist; doortastend; mondig; kordaat; ferm; krachtdadig; voor zichzelf opkomend