Summary
French to Dutch: more detail...
-
puissance de travail:
-
Wiktionary:
puissance de travail → werkkracht
-
Wiktionary:
French
Detailed Translations for puissance de travail from French to Dutch
puissance de travail: (*Using Word and Sentence Splitter)
- puissance: sterkte; vermogen; kracht; macht; gezag; invloed; bevoegdheid; bevoegd zijn; mogendheid; mogendheden; heerschappij; instantie; autoriteit; gezagsorgaan
- de: van; vanaf; per; uit; weg; vanaf deze plaats; in; te; aan; bij; erbij; erop; van de zijde van
- dé: dobbelsteen; teerling
- travail: werk; kunstwerk; meesterwerk; vak; taak; inspanning; bezigheid; werkzaamheid; ambacht; arbeid; job; karwei; loonwerk; loonarbeid; werkstuk; verhandeling; oeuvre; verzamelde werken; baan; werkplek; werkkring; arbeidsplaats; hoefstal
Wiktionary Translations for puissance de travail:
puissance de travail
noun
-
het vermogen om te werken