Summary
French to Dutch: more detail...
-
bourse du travail:
-
Wiktionary:
bourse du travail → arbeidsbeurs
-
Wiktionary:
French
Detailed Translations for bourse du travail from French to Dutch
bourse du travail: (*Using Word and Sentence Splitter)
- Bourse: beurs; aandelenbeurs; effectenbeurs
- bourse: portemonnee; portefeuille; knip; portemonnaie; pak; baal; beurs; studiebeurs; stipendium; studietoelage; geldbuidel; studiefinanciering; kerkenzakje
- devoir: willen; moeten; believen; dienen; verplicht zijn; plicht; werkstuk; verhandeling; schrijfwerk; probleem; moeilijkheid; ingewikkeldheid; schuldig zijn
- déçu: betrokken; teleurgesteld; sip; beteuterd; wijsgemaakt
- dû: verschuldigd; verplicht; vereist; obligaat; obligatoir; verplicht zijn aan
- travail: werk; kunstwerk; meesterwerk; vak; taak; inspanning; bezigheid; werkzaamheid; ambacht; arbeid; job; karwei; loonwerk; loonarbeid; werkstuk; verhandeling; oeuvre; verzamelde werken; baan; werkplek; werkkring; arbeidsplaats; hoefstal
Wiktionary Translations for bourse du travail:
bourse du travail
noun
-
économie|fr désuet|fr bureau de placement des ouvriers, assuré par les syndicats,
- bourse du travail → arbeidsbeurs