French
Detailed Translations for trou de nez from French to Dutch
trou de nez: (*Using Word and Sentence Splitter)
- trou: gat; opening; bres; kuil; uitholling; oogje; oog orgaan; lek; lekken; luchtkanaal; ventilatiekanaal; luchtkoker; luchtgat; luchtbuis; tussenuur; uithoek; vrije uur; steenkuilen
- troué: doorbreken; doorbraak; doorbreking; stuk; kapot; beschadigd; gebarsten; dijkbreuk
- de: van; vanaf; per; uit; weg; vanaf deze plaats; in; te; aan; bij; erbij; erop; van de zijde van
- dé: dobbelsteen; teerling
- nez: neus; neus anatomie; instinct; aandrift; speurzin; natuurdrift
Wiktionary Translations for trou de nez:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• trou de nez | → neusgat | ↔ nostril — either of the two orifices located on the nose |