Summary
French to Dutch: more detail...
-
abricotier:
-
Wiktionary:
abricotier → abrikozenboom, abrikozeboom, abrikoos
abricotier → abrikoos
-
Wiktionary:
French
Detailed Translations for abricotier from French to Dutch
abricotier: (*Using Word and Sentence Splitter)
- abri: huisvesting; accommodatie; onderdak; kwartier; verblijfplaats; behuizing; onderkomen; tehuis; luifel; afdak; abri; wachthuisje; schuilplaats; stek; toevlucht; schuilkelder; toevluchtsoord; wijkplaats; hoek; schuilhoek; haven; vluchthaven; verbergplaats; uitwijkplaats; vluchtoord; onderbrenging; toevluchthaven; beschutting; beschutsel; asiel; opvangcentrum; hospitium; rustpunt; retraitehuis; tramhuisje
- côtier: kustvaarder
Wiktionary Translations for abricotier:
abricotier
Cross Translation:
noun
-
(botanique) arbre fruitier de la famille des Rosacées produisant l’abricot, de nom scientifique Prunus armeniaca.
- abricotier → abrikozenboom; abrikozeboom; abrikoos
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• abricotier | → abrikoos | ↔ Aprikose — Botanik, Obstbau, Gartenbau: ein Baum oder Strauch der Art Prunus armeniaca aus der Familie der Rosengewächse |