Summary
French to Dutch: more detail...
-
travailleur forcé:
-
Wiktionary:
travailleur forcé → dwangarbeider
-
Wiktionary:
French
Detailed Translations for travailleur forcé from French to Dutch
travailleur forcé: (*Using Word and Sentence Splitter)
- travailleur: arbeider; werker; werkkracht; werkman; druk; werknemer; arbeidskracht; bezig; actief; werkzaam; werkend; bedrijvig; arbeidzaam; arbeidend; noest
- force: druk; dwang; pressie; sterkte; energie; daadkracht; werklust; momentum; fut; puf; esprit; aandrift; kracht; intensiteit; hevigheid; felheid; heftigheid; geweld; vermogen; stimulans; prikkel; impuls; dynamiek; fiksheid; invloed; macht; stevigheid; doortastendheid; krachtdadigheid; flinkheid; fermheid; forsheid
- forcer: dwingen; afdwingen; forceren; aanvallen; overvallen; doordrijven; bestormen; attaqueren; verplichten; kraken; openbreken; losbreken; opdwingen; openrukken; onttrekken; ontrukken; noodzaken tot; iem. afdwingen
- forcé: gemaakt; gedwongen; onnatuurlijk; geforceerd; gemaakte gevoelens; verplicht; onvrijwillig; vertrokken; gezocht; gekunsteld; geaffecteerd; gewrongen; kunstmatig; noodgedwongen; dwangmatig
Wiktionary Translations for travailleur forcé:
travailleur forcé
noun
-
Personne astreinte à fournir un travail contre son gré.
- travailleur forcé → dwangarbeider