Summary
French to Dutch: more detail...
-
faire la lessive:
-
Wiktionary:
faire la lessive → de was doen
faire la lessive → de was doen
-
Wiktionary:
French
Detailed Translations for faire la lessive from French to Dutch
faire la lessive: (*Using Word and Sentence Splitter)
- faire: uitvoeren; doen; handelen; verrichten; uitrichten; maken; scheppen; in het leven roepen; beginnen; starten; aanvangen; van start gaan; veroorzaken; aandoen; aanrichten; aanstichten; uitoefenen; beoefenen; plegen; berokkenen; afronden; beëindigen; afwerken; afmaken; klaarmaken; voltooien; volbrengen; completeren; volmaken; afkrijgen; een einde maken aan; klaarkrijgen; praktiseren; sport uitoefenen; voor elkaar krijgen; tot stand brengen
- à faire: haalbaar; te doen; realiseerbaar; verwezenlijkbaar; bereikbaar; toegankelijk; begaanbaar; taak
- la: de
- là: daar; daarheen; die kant uit; daarginds; ginder; ginds; aldaar; bij; erbij; erop
- lessive: was; wasgoed; wasmiddel; waspoeder; zeeppoeder
- lessiver: logen; doorvragen; uitvragen; doorzagen
Wiktionary Translations for faire la lessive:
faire la lessive
Cross Translation:
verb
-
Laver puis sécher les vêtements
- faire la lessive → de was doen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• faire la lessive | → de was doen | ↔ do the laundry — to wash the laundry |
Related Translations for faire la lessive
Dutch