Summary
French to Dutch:   more detail...
  1. abuser de:


French

Detailed Translations for abuser de from French to Dutch

abuser de:

abuser de verb

  1. abuser de
    misbruiken
    • misbruiken verb (misbruik, misbruikt, misbruikte, misbruikten, misbruikt)
  2. abuser de (déshonorer; violer; faire violence; )
    onteren; ontwijden
    • onteren verb (onteer, onteert, onteerde, onteerden, onteerd)
    • ontwijden verb (ontwijd, ontwijdt, ontwijdde, ontwijdden, ontwijd)

Translation Matrix for abuser de:

VerbRelated TranslationsOther Translations
misbruiken abuser de
onteren abuser de; agresser; attaquer; diffamer; déshonorer; faire violence; porter atteinte à; violer
ontwijden abuser de; agresser; attaquer; diffamer; déshonorer; faire violence; porter atteinte à; violer calomnier; diffamer; profaner; violer

Related Translations for abuser de