Summary


French

Detailed Translations for fermetures from French to Dutch

fermetures:

fermetures [la ~] noun

  1. la fermetures
    de sluitingen
  2. la fermetures (grillage; grilles; grille; )
    het traliewerk; de spijlen; de traliën
  3. la fermetures (barrières; barreaux; grilles; barres; barrages)
    afsluitbomen; de slagbomen; de sluitbomen

Translation Matrix for fermetures:

NounRelated TranslationsOther Translations
afsluitbomen barrages; barreaux; barres; barrières; fermetures; grilles
slagbomen barrages; barreaux; barres; barrières; fermetures; grilles
sluitbomen barrages; barreaux; barres; barrières; fermetures; grilles
sluitingen fermetures
spijlen barrages; barreaux; barres; barrières; fermetures; grillage; grille; grilles grillage; grille; lattage; lattis
traliewerk barrages; barreaux; barres; barrières; fermetures; grillage; grille; grilles
traliën barrages; barreaux; barres; barrières; fermetures; grillage; grille; grilles
VerbRelated TranslationsOther Translations
traliën grillager; griller; treillager