Home ->Dictionaries ->French/Dutch ->Translate instabilité

Translate instabilité from French to Dutch

Summary

French to Dutch: more detail...

instabilité:
- vergankelijkheid; vluchtigheid; veranderlijkheid; wisselvalligheid; onbestendigheid; insoliditeit
Wiktionary:
- instabilité → instabiliteit

French

Detailed Translations for instabilité from French to Dutch

instabilité:

instabilité [la ~] noun

l'instabilité (nature transitoire; fugacité; volatilité; inconstance)
de vergankelijkheid; de vluchtigheid
- vergankelijkheid [de ~ (v)] noun
- vluchtigheid [de ~ (v)] noun
l'instabilité (inconstance)
de veranderlijkheid
- veranderlijkheid [de ~ (v)] noun
l'instabilité (inconstance; versabilité; variabilité)
de veranderlijkheid; de wisselvalligheid; de onbestendigheid
- veranderlijkheid [de ~ (v)] noun
- wisselvalligheid [de ~ (v)] noun
- onbestendigheid [de ~ (v)] noun
l'instabilité
insoliditeit
- insoliditeit [znw.] noun

Translation Matrix for instabilité:

Noun	Related Translations	Other Translations
insoliditeit	instabilité
onbestendigheid	inconstance; instabilité; variabilité; versabilité
veranderlijkheid	inconstance; instabilité; variabilité; versabilité
vergankelijkheid	fugacité; inconstance; instabilité; nature transitoire; volatilité
vluchtigheid	fugacité; inconstance; instabilité; nature transitoire; volatilité
wisselvalligheid	inconstance; instabilité; variabilité; versabilité

Synonyms for "instabilité":

errance; aventure; égarement; flânerie; nomadisme; pérégrination; promenade; randonnée; vagabondage; voyage; déséquilibre; précarité; incertitude; inconstance; versatilité; mobilité; changement; porte-à-faux; précarisation; fragilisation; ébranlement; fragilité; menace; danger; vicissitude; volatilité

Wiktionary Translations for instabilité:

Cross Translation:

From	To	Via
• instabilité	→ instabiliteit	↔ instability — quality of being unstable