Translate mortier from French to Dutch

Summary

French to Dutch: more detail...

mortier:
- kalk; stuc; pleister; mortel; specie; bik; metselspecie; macadam; puin; split; gruis; steenslag; steengruis; cement; cementlaag; mortier; metselkalk; hechtpleister; kleefpleister; rijstbaal
Wiktionary:
- mortier → specie, vijzel, mortier
- mortier → specie, mortel, mortier, vijzel

French

Detailed Translations for mortier from French to Dutch

le mortier (plâtre)
de kalk
- kalk [de ~ (m)] noun
le mortier (plâtre)
het stuc; de pleister
- stuc [het ~] noun
- pleister [de ~] noun
le mortier (cailloutis; commerce des espèces; chute de pierraille)
de mortel; de specie; de bik; de metselspecie; de macadam; het puin; het split; het gruis; het steenslag; het steengruis
- mortel [de ~ (m)] noun
- specie [de ~ (v)] noun
- bik [de ~ (m)] noun
- metselspecie [de ~] noun
- macadam [de ~ (m)] noun
- puin [het ~] noun
- split [het ~] noun
- gruis [het ~] noun
- steenslag [het ~] noun
- steengruis [het ~] noun
le mortier (ciment)
de cement; cementlaag
- cement [de ~ (m)] noun
- cementlaag [znw.] noun
le mortier
de mortier
- mortier [de ~ (m)] noun
le mortier
de metselkalk
- metselkalk [de ~ (m)] noun
le mortier (pansement adhésif; plâtre; adhésif)
de pleister; de hechtpleister; de kleefpleister
- pleister [de ~] noun
- hechtpleister [de ~] noun
- kleefpleister [de ~] noun
le mortier (cailloutis; gravier; gâchis; pierraille)
de macadam; de mortel; het puin; de metselspecie; het steenslag; het gruis; het split; het steengruis; de bik
- macadam [de ~ (m)] noun
- mortel [de ~ (m)] noun
- puin [het ~] noun
- metselspecie [de ~] noun
- steenslag [het ~] noun
- gruis [het ~] noun
- split [het ~] noun
- steengruis [het ~] noun
- bik [de ~ (m)] noun
le mortier (balle de riz)
rijstbaal
- rijstbaal [znw.] noun

Noun	Related Translations	Other Translations
bik	cailloutis; chute de pierraille; commerce des espèces; gravier; gâchis; mortier; pierraille
cement	ciment; mortier	ciment
cementlaag	ciment; mortier
gruis	cailloutis; chute de pierraille; commerce des espèces; gravier; gâchis; mortier; pierraille
hechtpleister	adhésif; mortier; pansement adhésif; plâtre
kalk	mortier; plâtre
kleefpleister	adhésif; mortier; pansement adhésif; plâtre
macadam	cailloutis; chute de pierraille; commerce des espèces; gravier; gâchis; mortier; pierraille
metselkalk	mortier
metselspecie	cailloutis; chute de pierraille; commerce des espèces; gravier; gâchis; mortier; pierraille
mortel	cailloutis; chute de pierraille; commerce des espèces; gravier; gâchis; mortier; pierraille
mortier	mortier
pleister	adhésif; mortier; pansement adhésif; plâtre
puin	cailloutis; chute de pierraille; commerce des espèces; gravier; gâchis; mortier; pierraille
rijstbaal	balle de riz; mortier
specie	cailloutis; chute de pierraille; commerce des espèces; mortier	l'argent comptant; liquide
split	cailloutis; chute de pierraille; commerce des espèces; gravier; gâchis; mortier; pierraille	crevasse; encoche; fente
steengruis	cailloutis; chute de pierraille; commerce des espèces; gravier; gâchis; mortier; pierraille
steenslag	cailloutis; chute de pierraille; commerce des espèces; gravier; gâchis; mortier; pierraille
stuc	mortier; plâtre

bousillage; bauge; pisé; torchis; ciment; béton; liant; lien; crapouillot; égrugeoir; lance-bombes; récipient; canon; obusier; pâte; barbotine; colle; bouillie; pierrier

mortier

noun

Mélange de chaux et de sable
- mortier → specie
Récipient dont on se sert pour piler certaines substances
- mortier → vijzel; mortier
Canon léger
- mortier → mortier

Cross Translation:

From	To	Via
• mortier	→ specie; mortel	↔ mortar — mixture of lime or cement, sand and water
• mortier	→ mortier	↔ mortar — short large-bore cannon
• mortier	→ vijzel; mortier	↔ mortar — vessel used to grind ingredients