Translate réverbérer en echo from French to Dutch

Summary

French to Dutch: more detail...

réverbérer en echo:
- echoën; galmen; weerklinken; naklinken; schallen; weerschallen; resoneren; weerkaatsen; weergalmen

French

Detailed Translations for réverbérer en echo from French to Dutch

réverbérer en echo (résonner; se répercuter; trouver des échos)
echoën; galmen; weerklinken; naklinken
- echoën verb (echo, echoot, echode, echoden, geëchood)
- galmen verb (galm, galmt, galmde, galmden, gegalmd)
- weerklinken verb (weerklink, weerklinkt, weerklonk, weerklonken, weerklonken)
- naklinken verb (klink na, klinkt na, klonk na, klonken na, nageklonken)
réverbérer en echo (retentir; se répercuter; résonner; trouver des échos)
schallen; weerschallen
- schallen verb
- weerschallen verb (weerschal, weerschalt, weerschalde, weerschalden, weerschald)
réverbérer en echo (résonner; renvoyer; retentir; se répercuter; trouver des échos)
resoneren; echoën; weerkaatsen; weerklinken; weerschallen; galmen; schallen; weergalmen
- resoneren verb
- echoën verb (echo, echoot, echode, echoden, geëchood)
- weerkaatsen verb (weerkaats, weerkaatst, weerkaatste, weerkaatsten, weerkaatst)
- weerklinken verb (weerklink, weerklinkt, weerklonk, weerklonken, weerklonken)
- weerschallen verb (weerschal, weerschalt, weerschalde, weerschalden, weerschald)
- galmen verb (galm, galmt, galmde, galmden, gegalmd)
- schallen verb
- weergalmen verb (weergalm, weergalmt, weergalmde, weergalmden, weergalmd)

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Verb	Related Translations	Other Translations
echoën	renvoyer; retentir; résonner; réverbérer en echo; se répercuter; trouver des échos	redire; retentir; répéter; résonner; se faire l'echo de
galmen	renvoyer; retentir; résonner; réverbérer en echo; se répercuter; trouver des échos	chanter à voix forte; retentir; résonner
naklinken	résonner; réverbérer en echo; se répercuter; trouver des échos
resoneren	renvoyer; retentir; résonner; réverbérer en echo; se répercuter; trouver des échos
schallen	renvoyer; retentir; résonner; réverbérer en echo; se répercuter; trouver des échos
weergalmen	renvoyer; retentir; résonner; réverbérer en echo; se répercuter; trouver des échos
weerkaatsen	renvoyer; retentir; résonner; réverbérer en echo; se répercuter; trouver des échos	refléter la lumière; retentir; résonner
weerklinken	renvoyer; retentir; résonner; réverbérer en echo; se répercuter; trouver des échos	retentir; résonner; être audible
weerschallen	renvoyer; retentir; résonner; réverbérer en echo; se répercuter; trouver des échos