Translate s'abstenir de from French to Dutch

Summary

French to Dutch: more detail...

s'abstenir de:
- zich onthouden; abstineren; onthouden; afwijzen; afwimpelen; bedanken; afslaan; vasten

French

Detailed Translations for s'abstenir de from French to Dutch

s'abstenir de
zich onthouden
- zich onthouden verb
s'abstenir de (s'abstenir; repousser; rejeter; refuser)
abstineren; onthouden; afwijzen; afwimpelen; bedanken; afslaan
- abstineren verb (abstineer, abstineert, abstineerde, abstineerden, geabstineerd)
- onthouden verb (onthoud, onthoudt, onthield, onthielden, onthouden)
- afwijzen verb (wijs af, wijst af, wees af, wezen af, afgewezen)
- afwimpelen verb (wimpel af, wimpelt af, wimpelde af, wimpelden af, afgewimpeld)
- bedanken verb (bedank, bedankt, bedankte, bedankten, bedankt)
- afslaan verb (sla af, slaat af, sloeg af, sloegen af, afgeslagen)
s'abstenir de (jeûner; faire la grève de la faim; faire son carême; priver de; faire carême; observer le carême; s'abstenir)
abstineren; vasten
- abstineren verb (abstineer, abstineert, abstineerde, abstineerden, geabstineerd)
- vasten verb (vast, vastte, vastten, gevast)

Noun	Related Translations	Other Translations
afslaan		refus; rejet
afwijzen		refus; rejet
afwimpelen		rejet
onthouden		abstention; abstinence; carême; jeûne; renonciation
vasten		abstention; abstinence; carême; jeûne; renonciation
Verb	Related Translations	Other Translations
abstineren	faire carême; faire la grève de la faim; faire son carême; jeûner; observer le carême; priver de; refuser; rejeter; repousser; s'abstenir; s'abstenir de
afslaan	refuser; rejeter; repousser; s'abstenir; s'abstenir de
afwijzen	refuser; rejeter; repousser; s'abstenir; s'abstenir de	blackbouler; condamner; décliner; désapprouver; mettre en minorité; refuser; rejeter; renvoyer par un vote; repousser
afwimpelen	refuser; rejeter; repousser; s'abstenir; s'abstenir de	détourner; refuser; rejeter; renvoyer; repousser; éconduire
bedanken	refuser; rejeter; repousser; s'abstenir; s'abstenir de	abandonner; annuler; devoir à; dénier; refuser; rejeter; remercier; résilier
onthouden	refuser; rejeter; repousser; s'abstenir; s'abstenir de	apprendre par coeur; enregister; exhorter à; mémoriser; ne pas oublier; rappeler; retenir; se rappeler; se souvenir; se souvenir de; sommer de
vasten	faire carême; faire la grève de la faim; faire son carême; jeûner; observer le carême; priver de; s'abstenir; s'abstenir de
zich onthouden	s'abstenir de