Summary
French to Dutch: more detail...
- se tromper:
-
Wiktionary:
- se tromper → zich vergissen, in de fout gaan, een fout maken, falen
- se tromper → vergissen
French
Detailed Translations for se tromper from French to Dutch
se tromper:
-
se tromper (avoir tort)
vergissen; het mis hebben; feilen; misrekenen-
het mis hebben verb (heb het mis, hebt het mis, heeft het mis, had het mis, hadden het mis, het mis gehad)
-
feilen verb
-
se tromper (commettre une faute; commettre une erreur; se méprendre; faire une faute)
zich vergissen; een fout maken-
zich vergissen verb
-
een fout maken verb (maak een fout, maakt een fout, maakte een fout, maakten een fout, een fout gemaakt)
-
-
se tromper (chuter; faillir; échouer; ne pas réussir; être un flop; périr; manquer; rater; tourner mal; se méprendre; commettre une erreur; rater son coup; commettre une faute; rater son effet; réduire en bouilli; s'abîmer; faire une faute; aller à côté)
falen; verkeerd lopen; mislukken; misgaan; in de puree lopen; floppen; afgaan; mislopen; stranden-
verkeerd lopen verb (loop verkeerd, loopt verkeerd, liep verkeerd, liepen verkeerd, verkeerd gelopen)
-
in de puree lopen verb
-
se tromper (prendre à côté)
-
se tromper (faire un lapsus)
verspreken-
verspreken verb
-
-
se tromper (être perdu; traîner; flâner; errer; rôder; déambuler; s'égarer; vaguer; fureter; vagabonder; fouiner; se fourvoyer; vadrouiller; courir le monde; errer à l'aventure)
-
se tromper
Translation Matrix for se tromper:
Wiktionary Translations for se tromper:
se tromper
se tromper
Cross Translation:
-
-
- se tromper → zich vergissen
verb
-
eerste betekenisomschrijving
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• se tromper | → in de fout gaan; een fout maken | ↔ mistake — To make an error |
• se tromper | → falen | ↔ slip — to err |