Summary
French to Dutch: more detail...
-
supplément:
- bijlage; aanvulling; toelichting; meezending; additie; tantième; toeslag; premie; bonus; extraatje; toevoeging; appendix; addendum; aanhangsel; supplement; bijvoegsel; toevoegsel; bijbetaling; suppletie; surplus; teveel; overschot; agio; rest; exces; toegift; bijmenging; bijvoeging; voltooiing; completering; verzekeringspremie; winstuitkering; winstdeling; winstaandeel
-
Wiktionary:
- supplément → bijvoegsel, supplement, toevoegsel
French
Detailed Translations for supplément from French to Dutch
supplément:
-
le supplément (annexe; pièce jointe)
-
le supplément (bonification; prime; boni; gratification; paiement de bénéfice; indemnité; prime-aide; tantième; part de bénéfice; dividende; subvention; distribution de bénéfice)
-
le supplément (annexe; addition; appendice; ajout; adjonction; additif; complément)
de toevoeging; de appendix; de aanvulling; het addendum; het aanhangsel; het supplement; het bijvoegsel; het toevoegsel -
le supplément (montant supplémentaire)
de bijbetaling -
le supplément (suppléance; complément; addition)
-
le supplément (surplus; prime; bonus)
-
le supplément (bis; prime; extra)
-
le supplément (additif; addition; appendice; adjonction; addenda; annexe; ajout)
-
le supplément (complément; achèvement; suppléance; achèvement de la construction; addition)
-
le supplément (addition; ajout; additif)
-
le supplément (prime d'assurance; prime)
-
le supplément (distribution de bénéfice; indemnité; répartition des bénéfices; gratification; intéressement aux bénéfices; part de bénéfice; prime; dividende; bonification; tantième; boni; paiement de bénéfice; participation aux bénéfices; partage des bénéfices)
-
le supplément (surcharge)
-
le supplément
de aanvulling
Translation Matrix for supplément:
Synonyms for "supplément":
Wiktionary Translations for supplément:
supplément
noun
supplément
-
ajout à quelque chose.
- supplément → bijvoegsel; supplement; toevoegsel
noun
-
iets dat als aanvulling toegevoegd wordt
External Machine Translations: