Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. afgezonderd:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for afgezonderde from Dutch to German

afgezonderd:

afgezonderd adj

  1. afgezonderd (desolaat; eenzaam; verlaten)
  2. afgezonderd (in quarantaine)

Translation Matrix for afgezonderd:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
abgesondert afgezonderd; in quarantaine afzonderlijk; alleenstaand; apart; gescheiden; geïsoleerd; losstaand; op zich; op zichzelf staand; separaat; vrijstaand
desolat afgezonderd; desolaat; eenzaam; verlaten
öde afgezonderd; desolaat; eenzaam; verlaten afgezaagd; armzalig; bitter teleurgesteld; doods; dor; droog; eentonig; ellendig; karig; langdraadig; langdradig; langwijlig; lastig; mager; melig; monotoon; pover; rot; saai; schamel; schraal; slaapverwekkend; suf; taai; uitgestorven; verbitterd; verdord; vereenzaamd; vervelend; zonder afleiding

Related Words for "afgezonderd":

  • afgezonderde

Wiktionary Translations for afgezonderd:


Cross Translation:
FromToVia
afgezonderd einzeln; getrennt; separat separate — apart from; not connected to
afgezonderd abgesondert; besonder; einzeln; separat; gesondert; getrennt; abgetrennt particulier — Qui présente une caractéristique spéciale, qui appartenir, proprement et singulièrement, à certaines personnes ou à certaines choses; qui n’est point commun à d’autres personnes, à d’autres choses de même espèce.


Wiktionary Translations for afgezonderde:


Cross Translation:
FromToVia
afgezonderde einzeln; getrennt; separat separate — apart from; not connected to