Summary
Dutch to German: more detail...
-
de absolutie geven:
-
Wiktionary:
de absolutie geven → absolvieren, freisprechen, lossprechen
-
Wiktionary:
Dutch
Detailed Translations for de absolutie geven from Dutch to German
de absolutie geven: (*Using Word and Sentence Splitter)
- de: das; der; die
- absolutie: Freistellung; Absolution; Lossprechung
- geven: reichen; hinhalten; darreichen; herüberreichen; hinüberreichen; geben; bevorzugen; ausstellen; spenden; schenken; erweisen; einreichen; gießen; verschenken; stiften; begünstigen; verehren; austeilen; einschenken; bevorrechten; verabreichen; jemandem etwas verabreichen; liefern; zustellen; senden; besorgen; austragen; überreichen; hergeben; herreichen; herumgeben; ins Haus liefern; bieten; anbieten; präsentieren; darbieten; eingeben; verordnen; einflößen
Wiktionary Translations for de absolutie geven:
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • de absolutie geven | → absolvieren; freisprechen; lossprechen | ↔ absoudre — (term, Droit criminel) renvoyer de l’accusation une personne reconnaître l’auteur d’un fait qui n’est pas qualifier punissable par la loi. |
| • de absolutie geven | → absolvieren; freisprechen; lossprechen | ↔ acquitter — rendre quitte, libérer des dettes. Il se dit en parlant des personne et des choses. |