Dutch
Detailed Translations for aan zijn from Dutch to German
aan zijn: (*Using Word and Sentence Splitter)
- aan: an; auf
- zijn: sich befinden; leben; existieren; besteht; dasein; fortbestehen; seinen; seinem; Leben; Existenz; Dasein; Sein; Lebenswandel; Fortbestehen; sein
Spelling Suggestions for: aan zijn
Wiktionary Translations for aan zijn:
External Machine Translations: