Dutch
Detailed Translations for de pijp uit gaan from Dutch to German
de pijp uit gaan: (*Using Word and Sentence Splitter)
- de: das; der; die
- pijp: Pfeife; Tabakpfeife
- pijpen: blasen; pfeifen; flöten; saugen; lutschen
- uit: von hier; aus; klar; fertig; bereit; geschafft; erledigt; beendet; einsatzbereit; vollendet; parat; ab jetzt
- uiten: mitteilen; ausdrücken; in Worte fassen; sich aus drücken; äußern
- gaan: gehen; sich aufmachen; laufen; wandern; spazieren; bummeln; schreiten; spazierengehen; im Schritt gehen; sich fortbewegen; verlassen; abreisen; aufbrechen; wegfahren; fortreisen; wegreisen; seineZelteabbrechen
Wiktionary Translations for de pijp uit gaan:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• de pijp uit gaan | → krepieren | ↔ croak — slang: to die |