Summary
Dutch to German: more detail...
- uitsluiten:
-
Wiktionary:
- uitsluiten → ausschließen
- uitsluiten → ausschließen
Dutch
Detailed Translations for uitsluiten from Dutch to German
uitsluiten:
-
uitsluiten (buitensluiten)
-
uitsluiten (diskwalificeren; royeren)
disqualifizieren; löschen; ausschließen; tilgen; aussperren-
disqualifizieren verb (disqualifiziere, disqualifizierst, disqualifiziert, disqualifizierte, disqualifiziertet, disqualifiziert)
-
Conjugations for uitsluiten:
o.t.t.
- sluit uit
- sluit uit
- sluit uit
- sluiten uit
- sluiten uit
- sluiten uit
o.v.t.
- sloot uit
- sloot uit
- sloot uit
- sloten uit
- sloten uit
- sloten uit
v.t.t.
- heb uitgesloten
- hebt uitgesloten
- heeft uitgesloten
- hebben uitgesloten
- hebben uitgesloten
- hebben uitgesloten
v.v.t.
- had uitgesloten
- had uitgesloten
- had uitgesloten
- hadden uitgesloten
- hadden uitgesloten
- hadden uitgesloten
o.t.t.t.
- zal uitsluiten
- zult uitsluiten
- zal uitsluiten
- zullen uitsluiten
- zullen uitsluiten
- zullen uitsluiten
o.v.t.t.
- zou uitsluiten
- zou uitsluiten
- zou uitsluiten
- zouden uitsluiten
- zouden uitsluiten
- zouden uitsluiten
en verder
- ben uitgesloten
- bent uitgesloten
- is uitgesloten
- zijn uitgesloten
- zijn uitgesloten
- zijn uitgesloten
diversen
- sluit uit!
- sluit uit!
- uitgesloten
- uitsluitend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for uitsluiten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
ausschließen | buitensluiting | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
ausschließen | buitensluiten; diskwalificeren; royeren; uitsluiten | iemand schrappen; royeren; uitzonderen |
aussperren | buitensluiten; diskwalificeren; royeren; uitsluiten | iemand schrappen; royeren; uitzonderen |
disqualifizieren | diskwalificeren; royeren; uitsluiten | iemand schrappen; royeren |
löschen | diskwalificeren; royeren; uitsluiten | blussen; doven; lessen; lossen; smoren; stillen; uitblussen; uitdoven; uitladen; uitschakelen; verwijderen |
tilgen | diskwalificeren; royeren; uitsluiten | aflossen; betalen; delgen; inlossen; loshaken; remplaceren; tenietdoen; vereffenen; vernietigen; vernieuwen; vervangen; verwisselen; voldoen |
Wiktionary Translations for uitsluiten:
uitsluiten
Cross Translation:
verb
-
niet langer tot de mogelijkheden rekenen
- uitsluiten → ausschließen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitsluiten | → ausschließen | ↔ rule out — to make something impossible |
External Machine Translations: