Summary
Dutch to German: more detail...
- verwijderd:
-
verwijderen:
- entfernen; wegtun; vertreiben; wegschaffen; beseitigen; fortschaffen; fortbringen; abfahren; abreisen; losfahren; ausfahren; schmieren; wegfahren; wegreisen; ölen; fetten; aufbrechen; einfetten; einschiffen; fortreisen; fortfahren; einschmieren; löschen; verwerfen; Bereinigung; trennen; schließen; deinstallieren
- Entfernen; Abnehmen; Amputieren
-
Wiktionary:
- verwijderd → fern, entfernt, abgelegen, fernbetrieb, weit, hinweg, entlegen
- verwijderen → entfernen, verweisen, sich entfernen, ausnehmen, löschen, beseitigen, abisolieren
- verwijderen → entfernen, abräumen, fortnehmen, entziehen, wegnehmen, bergen, suspendieren, zurücklegen, abschaffen, beseitigen, fortschaffen, wegbringen
Dutch
Detailed Translations for verwijderd from Dutch to German
verwijderd:
-
verwijderd (weggehaald)
Translation Matrix for verwijderd:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
entfernt | verwijderd; weggehaald | |
weggeholt | verwijderd; weggehaald |
Wiktionary Translations for verwijderd:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verwijderd | → fern; entfernt; abgelegen; fernbetrieb | ↔ remote — at a distance |
• verwijderd | → weit; entfernt; hinweg | ↔ loin — Se trouvant à une grande distance (sens général) |
• verwijderd | → entlegen; fern; weit | ↔ lointain — Qui est fort éloigné du lieu où l’on est ou dont on parle |
verwijderen:
-
verwijderen (afnemen; ecarteren; weghalen; lichten; verplaatsen; wegnemen; wegdoen; wegbrengen; afzonderen; vervreemden; wegwerken)
entfernen; wegtun; vertreiben; wegschaffen; beseitigen; fortschaffen; fortbringen-
wegschaffen verb (schaffe weg, schaffst weg, schafft weg, schaffte weg, schafftet weg, weggeschafft)
-
fortschaffen verb (schaffe fort, schaffst fort, schafft fort, schaffte fort, schafftet fort, fortgeschafft)
-
fortbringen verb (bringe fort, bringst fort, bringt fort, brachte fort, brachtet fort, fortgebracht)
-
verwijderen (vertrekken; weggaan; wegtrekken; smeren; afreizen; opstappen; wegreizen)
abfahren; abreisen; losfahren; ausfahren; schmieren; wegfahren; wegreisen; ölen; fetten; aufbrechen; einfetten; einschiffen; fortreisen; fortfahren; einschmieren-
abfahren verb
-
einschiffen verb (schiffe ein, schiffst ein, schifft ein, schiffte ein, schifftet ein, eingeschifft)
-
einschmieren verb (schmiere ein, schmierst ein, schmiert ein, schmierte ein, schmiertet ein, eingeschmiert)
-
-
verwijderen
-
verwijderen
-
verwijderen
-
verwijderen
-
verwijderen
-
verwijderen (installatie ongedaan maken)
Conjugations for verwijderen:
o.t.t.
- verwijder
- verwijdert
- verwijdert
- verwijderen
- verwijderen
- verwijderen
o.v.t.
- verwijderde
- verwijderde
- verwijderde
- verwijderden
- verwijderden
- verwijderden
v.t.t.
- heb verwijderd
- hebt verwijderd
- heeft verwijderd
- hebben verwijderd
- hebben verwijderd
- hebben verwijderd
v.v.t.
- had verwijderd
- had verwijderd
- had verwijderd
- hadden verwijderd
- hadden verwijderd
- hadden verwijderd
o.t.t.t.
- zal verwijderen
- zult verwijderen
- zal verwijderen
- zullen verwijderen
- zullen verwijderen
- zullen verwijderen
o.v.t.t.
- zou verwijderen
- zou verwijderen
- zou verwijderen
- zouden verwijderen
- zouden verwijderen
- zouden verwijderen
diversen
- verwijder!
- verwijdert!
- verwijderd
- verwijderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
verwijderen (wegnemen)
Translation Matrix for verwijderen:
Antonyms for "verwijderen":
Related Definitions for "verwijderen":
Wiktionary Translations for verwijderen:
verwijderen
Cross Translation:
verb
verwijderen
-
weghalen
-
zich verwijderen
- verwijderen → sich entfernen
-
de ingewanden van een vis of pluimvee verwijderen
- verwijderen → ausnehmen
verb
-
ein Feuer vernichten
-
etwas beiseite schaffen; etwas entfernen
-
die Isolierung von einem elektrischen Leiter entfernen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verwijderen | → entfernen | ↔ distance — move away |
• verwijderen | → entfernen | ↔ remove — to take away |
• verwijderen | → entfernen | ↔ éloigner — Écarter une chose ou une personne d’une autre. (Sens général). |
• verwijderen | → abräumen; fortnehmen; entziehen; wegnehmen; bergen; suspendieren; zurücklegen; abschaffen; beseitigen; entfernen; fortschaffen; wegbringen | ↔ ôter — tirer une chose de la place où elle est. Se dit aussi en parlant des personnes et des animaux. |