Verb | Related Translations | Other Translations |
befreien
|
banen; bevrijden; emanciperen; verlossen; vrijmaken; vrijvechten
|
afhelpen; bevrijden; bevrijden van; bevrijden van belegeraars; in vrijheid stellen; loskomen; loslaten; losmaken; ontdoen van; ontsnappen; ontzetten; van de boeien ontdoen; verlossen; vrijkomen; vrijlaten; zich bevrijden
|
entbinden
|
banen; bevrijden; emanciperen; verlossen; vrijmaken; vrijvechten
|
afbreken; baren; bevallen; bevrijden van belegeraars; beëindigen; forceren; laten; laten gaan; laten lopen; niet vasthouden; ontbinden; ontheffen; ontlasten; ontslaan van een verplichting; ontzetten; opheffen; permitteren; stukmaken; ter wereld brengen; toelaten; verbreken; verbrijzelen; verlossen; voortbrengen; vrijaf geven; vrijgeven; vrijstellen
|
entlassen
|
banen; bevrijden; emanciperen; verlossen; vrijmaken; vrijvechten
|
aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; afzwaaien; amnestie verlenen; bevrijden; congé geven; demobiliseren; dwingen ontslag te nemen; eruit gooien; in vrijheid stellen; invrijheidstellen; laten gaan; laten lopen; loslaten; losmaken; niet vasthouden; ontheffen; ontlasten; ontslaan; ontslaan van een verplichting; uitsturen; van de boeien ontdoen; van zijn positie verdrijven; verzenden; vrijaf geven; vrijgeven; vrijlaten; vrijstellen; wegsturen; wegzenden
|
erlösen
|
banen; bevrijden; emanciperen; verlossen; vrijmaken; vrijvechten
|
bevrijden; bevrijden van belegeraars; in vrijheid stellen; loslaten; losmaken; ontzetten; van de boeien ontdoen; van last bevrijden; verlossen; vrijlaten
|
freigeben
|
banen; bevrijden; emanciperen; verlossen; vrijmaken; vrijvechten
|
beschikbaar maken; bevrijden; delen; in vrijheid stellen; laten gaan; laten lopen; loslaten; losmaken; niet vasthouden; openbaren; openen; openstellen; toegankelijk maken; toewijzing ongedaan maken; van de boeien ontdoen; vrijaf geven; vrijgeven; vrijlaten; zich uiten
|
freilassen
|
banen; bevrijden; emanciperen; verlossen; vrijmaken; vrijvechten
|
afbreken; amnestie verlenen; bevrijden; beëindigen; forceren; in vrijheid stellen; invrijheidstellen; laten; laten gaan; laten lopen; loskomen; loslaten; losmaken; niet vasthouden; ontbinden; ontsnappen; openlaten; opheffen; permitteren; stukmaken; toelaten; uitsparen; van de boeien ontdoen; verbreken; verbrijzelen; vrijaf geven; vrijgeven; vrijkomen; vrijlaten; zich bevrijden
|
freimachen
|
banen; bevrijden; emanciperen; verlossen; vrijmaken; vrijvechten
|
beporten; bevrijden; frankeren; in vrijheid stellen; loskomen; loslaten; losmaken; ontkleden; ontsnappen; strippen; uitdoen; uitkleden; uittrekken; van de boeien ontdoen; van last bevrijden; verlossen; vrijkomen; vrijlaten; zich bevrijden
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
entlassen
|
|
afgedankt
|