Dutch
Detailed Translations for schalmen from Dutch to German
schalm:
-
de schalm (schakel)
Translation Matrix for schalm:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Bindeglied | schakel; schalm | aansluiting; connectie; contact; verbinding |
Glied | schakel; schalm | deel; fractie; gedeelte; geleding; kettingbout; ledematen; lichaamsdelen; part; stuk; verbinding van lichaamsdelen |
Kettenglied | schakel; schalm | kettingbout |
Verbindungsglied | schakel; schalm |
Related Words for "schalm":
Wiktionary Translations for schalm:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schalm | → Verknüpfung | ↔ link — element of a chain |
Wiktionary Translations for schalmen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schalmen | → anläuten; klingeln; anklingeln; hallen; klingen; läuten; schallen; tönen; gellen | ↔ sonner — rendre un son. |
• schalmen | → geklungen; klimpern; klirren; hallen; klingen; läuten; schallen; tönen | ↔ tinter — faire sonner lentement une cloche, en sorte que le battant ne frapper que d’un côté. |
German
Detailed Translations for schalmen from German to Dutch
schalmen: (*Using Word and Sentence Splitter)
- schal: bleek; flauw; dor; schraal; flets; verschoten; slap; waterig; waterachtig; oud; plat; muf; oudbakken; verschaald; oubakken; grof; lomp; suf; banaal; duf; triviaal; smakeloos; vunzig; schunnig; platvloers; laag-bij-de-grond; verschraald; zonder smaak
- Menü: menu; menukaart; spijskaart
- Schal: sjaal; das; shawl; halsdoek; bandana