Summary
Dutch to German: more detail...
- voorbehoud:
- voorbehouden:
-
Wiktionary:
- voorbehoud → Vorbehalt, Patentanmeldung, Ausnahme, Bedingung, Vorbehaltsklausel, Reservierung, Versorgung, Vorrat, Speisekammer, Proviant, Gewahrsam
Dutch
Detailed Translations for voorbehoud from Dutch to German
voorbehoud:
-
het voorbehoud
-
het voorbehoud (voorwaarde; restrictie)
Translation Matrix for voorbehoud:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Bedingung | restrictie; voorbehoud; voorwaarde | artikel; beding; bepaling; beperking; clausule; conditie; criterium; eis; kriterium; must; vereiste; voorwaarde; vorm |
Voraussetzung | restrictie; voorbehoud; voorwaarde | beding; bepaling; beperking; conditie; criterium; eis; kriterium; premisse; vereiste; vermoeden; veronderstelling; vooronderstelling; voorwaarde |
Vorbehalt | restrictie; voorbehoud; voorwaarde | beding; bepaling; beperking; conditie; criterium; eis; kriterium; restrictie; voorwaarde |
Related Words for "voorbehoud":
Wiktionary Translations for voorbehoud:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• voorbehoud | → Vorbehalt; Patentanmeldung; Ausnahme | ↔ caveat — a qualification or exemption |
• voorbehoud | → Bedingung; Vorbehalt; Vorbehaltsklausel | ↔ proviso — conditional provision to an agreement |
• voorbehoud | → Reservierung; Vorbehalt; Versorgung; Vorrat; Speisekammer; Proviant; Gewahrsam | ↔ réserve — action de réserver. |
voorbehoud form of voorbehouden:
-
voorbehouden (reserveren)
vorbehalten; freihalten; zurücklegen; zurückhalten; beiseite legen; zurückstellen; offenhalten; zur Seite legen; zurückbehalten; auf die Seitelegen-
zurücklegen verb (lege zurück, legst zurück, legt zurück, legte zurück, legtet zurück, zurückgelegt)
-
zurückhalten verb (halte zurück, hälst zurück, hält zurück, hielt zurück, hieltet zurück, zurückgehalten)
-
beiseite legen verb (lege beiseite, legst beiseite, legt beiseite, legte beiseite, legtet beiseite, beiseite gelegt)
-
zurückstellen verb (stelle zurück, stellst zurück, stellt zurück, stellte zurück, stelltet zurück, zurückgestellt)
-
zur Seite legen verb (lege zur Seite, legst zur Seite, legt zur Seite, legte zur Seite, legtet zur Seite, zur Seite gelegt)
-
zurückbehalten verb (behalte zurück, behaltest zurück, behaltet zurück, behaltete zurück, behaltetet zurück, zurückbehalten)
-
auf die Seitelegen verb
Conjugations for voorbehouden:
o.t.t.
- behoud voor
- behoudt voor
- behoudt voor
- behouden voor
- behouden voor
- behouden voor
o.v.t.
- behield voor
- behield voor
- behield voor
- behielden voor
- behielden voor
- behielden voor
v.t.t.
- heb voorbehouden
- hebt voorbehouden
- heeft voorbehouden
- hebben voorbehouden
- hebben voorbehouden
- hebben voorbehouden
v.v.t.
- had voorbehouden
- had voorbehouden
- had voorbehouden
- hadden voorbehouden
- hadden voorbehouden
- hadden voorbehouden
o.t.t.t.
- zal voorbehouden
- zult voorbehouden
- zal voorbehouden
- zullen voorbehouden
- zullen voorbehouden
- zullen voorbehouden
o.v.t.t.
- zou voorbehouden
- zou voorbehouden
- zou voorbehouden
- zouden voorbehouden
- zouden voorbehouden
- zouden voorbehouden
diversen
- behoud voor!
- behoudt voor!
- voorbehouden
- voorbehoudend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze