Dutch

Detailed Translations for wegzetten from Dutch to German

wegzetten:

wegzetten verb (zet weg, zette weg, zetten weg, weggezet)

  1. wegzetten (bewaren; opzij leggen)
    ablegen; hinlegen; abstellen; zurücklegen; einstellen; unterstellen; fortsetzen; abschießen; weglegen; betten; einstallen
    • ablegen verb (lege ab, legst ab, legt ab, legte ab, legtet ab, abgelegt)
    • hinlegen verb (lege hin, legst hin, legt hin, legte hin, legtet hin, hingelegt)
    • abstellen verb (stelle ab, stellst ab, stellt ab, stellte ab, stelltet ab, abgestellt)
    • zurücklegen verb (lege zurück, legst zurück, legt zurück, legte zurück, legtet zurück, zurückgelegt)
    • einstellen verb (r, stellst ein, stellt ein, stellte ein, stelltet ein, eingestellt)
    • unterstellen verb (unterstelle, unterstellst, unterstellt, unterstellte, unterstelltet, unterstellt)
    • fortsetzen verb (setze fort, setzt fort, setzte fort, setztet fort, fortgesetzt)
    • abschießen verb (schieße ab, schießest ab, schießt ab, schoß ab, schoßt ab, abgeschossen)
    • weglegen verb (lege weg, legst weg, legt weg, legte weg, legtet weg, weggelegt)
    • betten verb (bette, bettest, bettet, bettete, bettetet, gebettet)
    • einstallen verb (stalle ein, stallst ein, stallt ein, stallte ein, stalltet ein, eingestallt)

Conjugations for wegzetten:

o.t.t.
  1. zet weg
  2. zet weg
  3. zet weg
  4. zetten weg
  5. zetten weg
  6. zetten weg
o.v.t.
  1. zette weg
  2. zette weg
  3. zette weg
  4. zetten weg
  5. zetten weg
  6. zetten weg
v.t.t.
  1. heb weggezet
  2. hebt weggezet
  3. heeft weggezet
  4. hebben weggezet
  5. hebben weggezet
  6. hebben weggezet
v.v.t.
  1. had weggezet
  2. had weggezet
  3. had weggezet
  4. hadden weggezet
  5. hadden weggezet
  6. hadden weggezet
o.t.t.t.
  1. zal wegzetten
  2. zult wegzetten
  3. zal wegzetten
  4. zullen wegzetten
  5. zullen wegzetten
  6. zullen wegzetten
o.v.t.t.
  1. zou wegzetten
  2. zou wegzetten
  3. zou wegzetten
  4. zouden wegzetten
  5. zouden wegzetten
  6. zouden wegzetten
diversen
  1. zet weg!
  2. zet weg!
  3. weggezet
  4. wegzettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for wegzetten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
ablegen bewaren; opzij leggen; wegzetten afleggen; archiveren; bewaren; deponeren; iets neerleggen; leggen; meters maken; neerleggen; neerzetten; onderuit halen; opbergen; opslaan; plaatsen; stationeren; wegleggen; zetten
abschießen bewaren; opzij leggen; wegzetten doodschieten; doodvonnis uitvoeren; executeren; neerhalen; neersabelen; neerschieten; om het leven brengen; ombrengen; overhoopschieten; vermoorden
abstellen bewaren; opzij leggen; wegzetten afschaffen; afzetten; deponeren; leggen; neerleggen; neerzetten; onderuit halen; plaatsen; stallen; stationeren; stilzetten; stoppen; tot stilstand brengen; uitdoen; uitmaken; uitschakelen; uitzetten; verhelpen; zetten
betten bewaren; opzij leggen; wegzetten in bed leggen; neerleggen; onderuit halen
einstallen bewaren; opzij leggen; wegzetten
einstellen bewaren; opzij leggen; wegzetten aannemen; aanstellen; aantrekken; afbestellen; afgelasten; afstellen; afstemmen; afzeggen; annuleren; benoemen; deponeren; detacheren; halt houden; het werk neerleggen als protest; in dienst nemen; inhuren; installeren; instellen; intrekken; leggen; neerleggen; neerzetten; nietig verklaren; onderuit halen; plaatsen; staken; stationeren; stoppen; tewerkstellen; uitzenden; werkonderbreken; zetten
fortsetzen bewaren; opzij leggen; wegzetten aanhouden; continueren; doordouwen; doorgaan; doorzetten; een stapje verder gaan; hervatten; prolongeren; verdergaan; vervolgen; voortgaan; voortzetten
hinlegen bewaren; opzij leggen; wegzetten deponeren; leggen; neerleggen; neervlijen; neerzetten; onderuit halen; plaatsen; stationeren; wegleggen; zetten
unterstellen bewaren; opzij leggen; wegzetten aantijgen; insinueren; stallen
weglegen bewaren; opzij leggen; wegzetten bergen; opbergen; opruimen; wegbergen; wegsluiten
zurücklegen bewaren; opzij leggen; wegzetten achterhouden; afleggen; afzonderen; apart zetten; behouden; hamsteren; isoleren; meters maken; oppotten; opzij leggen; opzijleggen; potten; reserveren; terughouden; terugleggen; terugplaatsen; terugzetten; voorbehouden

Wiktionary Translations for wegzetten:


Cross Translation:
FromToVia
wegzetten herausheben; beseitigen; bergen enlever — Déplacer vers le haut.
wegzetten abräumen; fortnehmen; entziehen; wegnehmen; bergen; suspendieren; zurücklegen; abschaffen; beseitigen; entfernen; fortschaffen; wegbringen ôtertirer une chose de la place où elle est. Se dit aussi en parlant des personnes et des animaux.