Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. volharding:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for volharding from Dutch to German

volharding:

volharding [de ~ (v)] noun

  1. de volharding (doorzettingsvermogen; vasthoudendheid)
    die Standhaftigkeit; der Ausdauer; die Beharrlichkeit; die Beharrung; die Zähigkeit
  2. de volharding (vasthoudendheid; aanhouden; uithouding; taaiheid; volhardendheid)
    Standhalten; die Standhaftigkeit; die Ausdauer; die Beharrlichkeit; die Beharrung; die Zähigkeit

Translation Matrix for volharding:

NounRelated TranslationsOther Translations
Ausdauer aanhouden; doorzettingsvermogen; taaiheid; uithouding; vasthoudendheid; volhardendheid; volharding taaiheid; uithoudingsvermogen
Beharrlichkeit aanhouden; doorzettingsvermogen; taaiheid; uithouding; vasthoudendheid; volhardendheid; volharding
Beharrung aanhouden; doorzettingsvermogen; taaiheid; uithouding; vasthoudendheid; volhardendheid; volharding
Standhaftigkeit aanhouden; doorzettingsvermogen; taaiheid; uithouding; vasthoudendheid; volhardendheid; volharding
Standhalten aanhouden; taaiheid; uithouding; vasthoudendheid; volhardendheid; volharding
Zähigkeit aanhouden; doorzettingsvermogen; taaiheid; uithouding; vasthoudendheid; volhardendheid; volharding

Wiktionary Translations for volharding:


Cross Translation:
FromToVia
volharding Beharrlichkeit; Ausdauer perseverance — persistent determination to adhere to a course of action; insistence