Dutch

Detailed Translations for weit from Dutch to German

weit:

weit [de ~] noun

  1. de weit (boekweit)
    der Buchweizen; der Weizen

Translation Matrix for weit:

NounRelated TranslationsOther Translations
Buchweizen boekweit; weit boekweit
Weizen boekweit; weit graansoort; tarwe

Wiktionary Translations for weit:


Cross Translation:
FromToVia
weit Weizen froment — blé tendre

External Machine Translations:


German

Detailed Translations for weit from German to Dutch

weit:


Translation Matrix for weit:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
breed breit; weit breit; breitschultrig; kräftig; robust; stark
ruim umfangreich; viel umfassend; weit; weitgehend grossartig
uitgewerkt aufwendig; ausführlich; ausgearbeitet; ausgedehnt; behäbig; breit; detailliert; dick; eingehend; extensiv; gedehnt; geräumig; groß; großzügig; haarklein; hell; langstielig; reichlich; schwerfällig; stark; umfangreich; umständlich; vielumfassend; weit; weitgehend; weitläufig; weitschweifig
wijd breit; umfangreich; viel umfassend; weit; weitgehend
ModifierRelated TranslationsOther Translations
in details aufwendig; ausführlich; ausgearbeitet; ausgedehnt; behäbig; breit; detailliert; dick; eingehend; extensiv; gedehnt; geräumig; groß; großzügig; haarklein; hell; langstielig; reichlich; schwerfällig; stark; umfangreich; umständlich; vielumfassend; weit; weitgehend; weitläufig; weitschweifig

Synonyms for "weit":


Wiktionary Translations for weit:

weit
adverb
  1. op grote afstand
adjective
  1. met een brede lip

Cross Translation:
FromToVia
weit enorm vast — very large or wide (literally or figuratively)
weit wijd; breed wide — having a large physical extent from side to side
weit abundant; overvloedig; rijk; uitbundig; volop; weelderig; welig; breedvoerig; groot; royaal; ruim; uitgestrekt; slobberig; breed; wijd; omvangrijk; uitgebreid; veelomvattend ample — Qui dépasser en largeur et en longueur la mesure ordinaire.
weit abundant; overvloedig; rijk; uitbundig; volop; weelderig; welig; breedvoerig; groot; royaal; ruim; uitgebreid; uitgestrekt; wijd; slobberig; breed; omvangrijk; veelomvattend large — Qualifie un corps considérer dans l’extension qu’il a d’un de ses côtés à l’autre, lorsqu'on parle de sa plus petite longueur, par opposition à long.
weit heen; over; vandoor; verwijderd; voort; weg loin — Se trouvant à une grande distance (sens général)
weit afgelegen; ver; veraf; verafgelegen; verwijderd; ververwijderd lointain — Qui est fort éloigné du lieu où l’on est ou dont on parle
weit breedvoerig; groot; royaal; ruim; uitgebreid; uitgestrekt; wijd; omvangrijk; veelomvattend étendugrand, large, vaste.

External Machine Translations:

Related Translations for weit