Dutch
Detailed Translations for kluit from Dutch to German
kluit:
Translation Matrix for kluit:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Berg | berg; hoop; kluit | berg; grote hoeveelheid; hoop; massa; overvloed |
Haufen | berg; hoop; kluit | accumulatie; bende; berg; bijeenbrenging; boel; clan; drom; grote hoeveelheid; heleboel; hoop; hopen; horde; kudde; massa; menigte; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; opstapeling; overvloed; schaar; schare; selectie; sortering; stapel; stapeling; stapels; stel; troep; verzameling |
Klumpen | berg; hoop; kluit | bonk; bonkend geluid; brok; groot en dik stuk; homp; kledder; klodder; klont; klonter; kwak; lik; suikerklontje |
Menge | berg; hoop; kluit | aantal; aardig wat; accumulatie; bende; benoemde set; berg; boel; drom; groot en dik stuk; grote hoeveelheid; heleboel; hoeveelheid; homp; hoop; horde; kudde; kwantiteit; massa; menigte; mensenmassa; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; oploopje; opstapeling; overvloed; partij; samenkomst; schaar; schare; selectie; set; sortering; stapel; stel; toeloop; troep; verzameling |
Related Words for "kluit":
Wiktionary Translations for kluit:
kluit
noun
-
de aarde om een wortelstelsel van een plant
- kluit → Wurzelballen
-
een brokkelige onsamenhangende massa