Verb | Related Translations | Other Translations |
energisch
|
|
doortasten
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
effektiv
|
doelmatig; doeltreffend; effectief; efficiënt; krachtig
|
betrouwbaar; daadwerkelijk; degelijk; deugdelijk; effectief; feitelijk; gedegen; in feite; in werkelijkheid; van goede hoedanigheid; werkelijk
|
stattlich
|
|
groots; grootschalig; reuze
|
Other | Related Translations | Other Translations |
energisch
|
|
flink
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
dehnbar
|
energiek; krachtig; vol energie
|
buigbaar; elastisch; flexibel; kneedbaar; rekbaar; soepel; veerkrachtig; vormbaar
|
drastisch
|
doortastend; drastisch; ferm; krachtdadig; krachtig; sterk
|
radicaal; radikaal; volkomen
|
durchgreifend
|
doortastend; drastisch; ferm; krachtdadig; krachtig; sterk
|
flink aanpakkend; grondig aanpakkend; stevig aanpakkend
|
effizient
|
doelmatig; doeltreffend; effectief; efficiënt; krachtig
|
|
eingehend
|
doortastend; drastisch; ferm; krachtdadig; krachtig; sterk
|
accuraat; degelijk; diepgaand; diepgravend; gedetailleerd; godgeklaagd; grondig; helemaal; hemeltergend; in details; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; net; niet oppervlakkig; precies; secuur; stipt; ten hemel schreiend; totaal; uitgewerkt; volkomen; zeer ergerlijk; zorgvuldig
|
elastisch
|
energiek; krachtig; vol energie
|
buigbaar; elastisch; flexibel; kneedbaar; rekbaar; soepel; veerkrachtig; verend; vormbaar
|
energisch
|
doortastend; drastisch; ferm; krachtdadig; krachtig; sterk
|
beslist; besluitvaardig; daadkrachtig; dynamisch; energiek; ferm; geanimeerd; gedecideerd; geducht; in hoge mate; kordaat; levendig; resoluut; standvastig; vastberaden; vief; vol fut; voortvarend
|
entschieden
|
beslist; doortastend; drastisch; ferm; kordaat; krachtdadig; krachtig; sterk
|
absoluut; bepaald; beslist; besluitvaardig; dapper; een zekere; eenduidig; gedecideerd; gedetermineerd; heldhaftig; heroïsch; kloek; kordaat; moedig; ondubbelzinnig; onverschrokken; onweerlegbaar; resoluut; ronduit; stellig; stout; stoutmoedig; vast en zeker; vastberaden; vastbesloten; zeker
|
entschlossen
|
beslist; doortastend; drastisch; ferm; kordaat; krachtdadig; krachtig; sterk
|
absoluut; beslist; besluitvaardig; dapper; ferm; gedecideerd; heldhaftig; heroïsch; kloek; kordaat; moedig; onverschrokken; resoluut; ronduit; standvastig; stellig; stout; stoutmoedig; vastberaden; vastbesloten; zeker
|
erregt
|
erg; fel; heftig; hevig; krachtig
|
aangebrand; geagiteerd; geil; gepassioneerd; gepikeerd; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; hartstochtelijk; heet; heetbloedig; heethoofdig; heftig; hitsig; levendig; met hevige passie; misnoegd; ontstemd; opgewonden; pissig; prikkelbaar; seksueel opgewonden; verhit; vurig; wrevelig
|
federnd
|
energiek; krachtig; vol energie
|
elastisch; rekbaar; veerkrachtig; verend; zwiepend
|
fest
|
doortastend; drastisch; ferm; krachtdadig; krachtig
|
betrouwbaar; degelijk; deugdelijk; diepgeworteld; hard; hardop; hecht; luid; pittig; solide; stevig; straf
|
feurig
|
erg; fel; heftig; hevig; krachtig
|
brandend; fel; fonkelend; geagiteerd; geil; gekruid; gepassioneerd; gepeperd; gloedvol; gloeiend; hartig; hartstochtelijk; heet; heetbloedig; heethoofdig; heftig; hevig; hitsig; levendig; meedogenloos; met hevige passie; opgewonden; pikant; pittig; seksueel opgewonden; stormachtig; temperamentvol; verhit; vlammend; vurig; warm; warmbloedig; wreed
|
forsch
|
doortastend; drastisch; ferm; flink; fysiek sterk; krachtdadig; krachtig; sterk; stevig
|
beslist; besluitvaardig; energiek; ferm; fiks; flink; fors; geanimeerd; gedecideerd; kordaat; levendig; massief; niet hol; potig; resoluut; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd; vastberaden; vief; vol fut
|
gelenkig
|
energiek; krachtig; vol energie
|
buigbaar; flexibel; kneedbaar; lenig; soepel; vormbaar
|
gereizt
|
erg; fel; heftig; hevig; krachtig
|
aangebrand; geil; geprikkeld; gespannen; gestressd; geërgerd; geïrriteerd; heet; hitsig; opgefokt; opgehitst; opgejaagd; opgewonden; pissig; prikkelbaar; seksueel opgewonden
|
gewaltsam
|
erg; fel; heftig; hevig; krachtig
|
aanvallend; agressief; brutaal; gewelddadig; hard; hardhandig; hondsbrutaal; offensief; onzacht; ruw; vrijpostig
|
gummiartig
|
energiek; krachtig; vol energie
|
gomachtig; klonterig; rubberachtig
|
hart
|
erg; fel; heftig; hevig; krachtig
|
barbaars; beestachtig; bikkelhard; bitter teleurgesteld; bruut; hard; hardop; heftig; ijzerhard; inhumaan; keihard; luid; massief; meedogenloos; monsterlijk; niet hol; onbeheerst; ondragelijk; onmenselijk; onstuimig; onverbiddelijk; onverbiddelijke; onverdraagbaar; onvermurwbaar; oorverdovend; rakelings; staalhard; steenhard; ternauwernood; verbitterd; wreed
|
heftig
|
erg; fel; heftig; hevig; krachtig
|
bitter teleurgesteld; driftig; fel; heetbloedig; heethoofdig; heftig; hevig; intens; intensief; meedogenloos; niet terughoudend; onbeheerst; ondragelijk; ongeremd; onstuimig; onverdraagbaar; verbitterd; verwoed; wreed
|
hitzig
|
erg; fel; heftig; hevig; krachtig
|
driftig; fel; geagiteerd; geil; gepassioneerd; hartstochtelijk; heet; heetbloedig; heetgebakerd; heftig; hevig; hitsig; koortsig; levendig; met hevige passie; onbeheerst; onstuimig; opgewonden; seksueel opgewonden; stormachtig; temperamentvol; verhit; verwoed; vurig; warmbloedig
|
inbrünstig
|
erg; fel; heftig; hevig; krachtig
|
diepgevoeld; geil; gepassioneerd; hartstochtelijk; heet; heetbloedig; hitsig; innig; opgewonden; seksueel opgewonden; stormachtig; temperamentvol; verhit; vurig; warmbloedig
|
intensiv
|
doortastend; drastisch; erg; fel; ferm; heftig; hevig; krachtdadig; krachtig
|
heftig; hevig; intens; intensief
|
kraftvoll
|
doortastend; drastisch; ferm; flink; fysiek sterk; krachtdadig; krachtig; sterk; stevig
|
daadkrachtig; dynamisch; energiek; ferm; fiks; flink; geanimeerd; levendig; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd; vief; vol fut
|
kräftig
|
doortastend; drastisch; erg; fel; ferm; flink; fysiek sterk; heftig; hevig; krachtdadig; krachtig; met een krachtige uitwerking; sterk; stevig
|
betrouwbaar; breed; daadkrachtig; degelijk; deugdelijk; dynamisch; energiek; ferm; fiks; flink; fors; geanimeerd; levendig; massief; niet hol; potig; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd; uit de kluiten gewassen; vief; vol fut
|
mit Nachdruck
|
krachtig; nadrukkelijk
|
nadrukkelijke
|
mit einer kräftigen Auswirkung
|
krachtig; met een krachtige uitwerking
|
|
nachdrücklich
|
krachtig; nadrukkelijk
|
afdoend; klemmend; met klem; met nadruk; nadrukkelijk; nadrukkelijke; overtuigend; uitdrukkelijk
|
schlimm
|
erg; fel; heftig; hevig; krachtig
|
argwaan opwekkend; brutaal; delicaat; erg; ernstig; gemeen; hachelijk; heel erg; hondsbrutaal; ijzingwekkend; kritiek; kwaadwillig; kwalijk; lastig; met slechte intentie; min; netelig; ontzettend; penibel; ploertig; precair; schrikbarend; schrikwekkend; slecht; snood; vals; van bedenkelijke aard; verdacht; verschrikkelijk; vreselijk; vrijpostig
|
spannkräftig
|
energiek; krachtig; vol energie
|
elastisch; rekbaar; veerkrachtig
|
stark
|
erg; fel; ferm; flink; fysiek sterk; heftig; hevig; krachtig; sterk; stevig
|
agressief; breed; dapper; dik; dikwijls; fantastisch; flink; fors; frequent; gaaf; geducht; gestreng; gewelddadig; geweldig; gigantisch; grandioos; groots; heldhaftig; heroïsch; immens; in details; in hoge mate; kloek; kolossaal; lijvig; magnifiek; massief; meermaals; menigmaal; mieters; moedig; niet hol; niet toegevend; onverschrokken; potig; regelmatig; reusachtig; schitterend; stabiel; stevig; stout; stoutmoedig; streng; tof; uit de kluiten gewassen; uitgewerkt; uitnemend; uitstekend; vaak; veelvuldig; vet; voortreffelijk; zeer groot; zwaar van lijf
|
stattlich
|
ferm; flink; fysiek sterk; krachtig; sterk; stevig
|
aanzienlijk; adelijk; behoorlijk; beroemd; chic; danig; dapper; deftig; doorluchtig; duchtig; eerbiedwaardig; elegant; esthetisch; fier; flink; fors; gedistingeerd; geraffineerd; gewichtig; glorieus; groots; heldhaftig; heroïsch; hooggeplaatst; illuster; kloek; moedig; onverschrokken; plechtig; plechtstatig; potig; prat; rijzig; sierlijk; smaakvol; statig; stevig; stijlvol; stout; stoutmoedig; trots; verfijnd; verheven; voornaam; waardig; weids; zeer plechtig
|
stramm
|
ferm; flink; fysiek sterk; krachtig; sterk; stevig
|
behoorlijk; danig; duchtig; houterig; massief; niet hol; stijf; stijve; strak; strakgespannen; stram; stroef
|
stämmig
|
ferm; flink; fysiek sterk; krachtig; sterk; stevig
|
flink; fors; gespierd; massief; niet hol; potig; stevig; stoer
|
tatkräftig
|
doortastend; drastisch; ferm; krachtdadig; krachtig; sterk
|
daadkrachtig; dynamisch; energiek; ferm; kordaat; standvastig
|
zweckmäßig
|
doelmatig; doeltreffend; effectief; efficiënt; krachtig
|
zinrijk; zinvol
|