Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. afschrift:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for afschrift from Dutch to German

afschrift:

afschrift [het ~] noun

  1. het afschrift (transcriptie; kopie)
    die Abschrift
  2. het afschrift
    die Aufzeichnung

Translation Matrix for afschrift:

NounRelated TranslationsOther Translations
Abschrift afschrift; kopie; transcriptie duplicaat; fotokopie; kopie; transcript
Aufzeichnung afschrift Opname; aantekening; briefje; kattebelletje; kladbriefje; kladje; krabbel; krabbelbriefje; noot; notitie; opname; opschrijving; optekening; schrijfsel

Wiktionary Translations for afschrift:


Cross Translation:
FromToVia
afschrift Kopie copy — result of copying; an identical duplication

Related Translations for afschrift