Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Search: bladder

Dutch and German Translation Search Results for bladder

Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. bladderen:
  2. Wiktionary:

Dutch

Detailed Translations for bladder from Dutch to German

bladderen:

bladderen verb (bladder, bladdert, bladderde, bladderden, gebladderd)

  1. bladderen
    blättern
    • blättern verb (blättere, blätterst, blättert, blätterte, blättertet, geblättert)

Conjugations for bladderen:

o.t.t.
  1. bladder
  2. bladdert
  3. bladdert
  4. bladderen
  5. bladderen
  6. bladderen
o.v.t.
  1. bladderde
  2. bladderde
  3. bladderde
  4. bladderden
  5. bladderden
  6. bladderden
v.t.t.
  1. heb gebladderd
  2. hebt gebladderd
  3. heeft gebladderd
  4. hebben gebladderd
  5. hebben gebladderd
  6. hebben gebladderd
v.v.t.
  1. had gebladderd
  2. had gebladderd
  3. had gebladderd
  4. hadden gebladderd
  5. hadden gebladderd
  6. hadden gebladderd
o.t.t.t.
  1. zal bladderen
  2. zult bladderen
  3. zal bladderen
  4. zullen bladderen
  5. zullen bladderen
  6. zullen bladderen
o.v.t.t.
  1. zou bladderen
  2. zou bladderen
  3. zou bladderen
  4. zouden bladderen
  5. zouden bladderen
  6. zouden bladderen
en verder
  1. ben gebladderd
  2. bent gebladderd
  3. is gebladderd
  4. zijn gebladderd
  5. zijn gebladderd
  6. zijn gebladderd
diversen
  1. bladder!
  2. bladdert!
  5. gebladderd
  6. bladderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bladderen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
blättern bladderen afschilferen; bladeren; schilferen


Wiktionary Translations for bladder:

bladder
noun
  1. een luchtblaasje in een verflaag, of de daarvan loskomende verfschilfers

External Machine Translations:






Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0956 seconds
Page rendered in 1.0 seconds