Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. tree:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for tree from Dutch to German

tree:

tree [de ~] noun

  1. de tree (traptrede; trede)
    die Stufe

Translation Matrix for tree:

NounRelated TranslationsOther Translations
Stufe traptrede; trede; tree autoped; fase; laag; niveau; opstap; opstapje; peil; plan; stand; step; terras; trede; werkstroomfase

Related Words for "tree":

  • trees, treetje, treetjes

Wiktionary Translations for tree:

tree
noun
  1. opstapje dat deel uitmaakt van een trap
  2. opstapje dat deel uitmaakt van een ladder

Cross Translation:
FromToVia
tree Staffel; Fahrt marcheensemble de pas réalisés pour se déplacer.