Dutch
Detailed Translations for vermurwen from Dutch to German
vermurwen:
-
vermurwen
Conjugations for vermurwen:
o.t.t.
- vermurw
- vermurwt
- vermurwt
- vermurwen
- vermurwen
- vermurwen
o.v.t.
- vermurwde
- vermurwde
- vermurwde
- vermurwden
- vermurwden
- vermurwden
v.t.t.
- heb vermurwd
- hebt vermurwd
- heeft vermurwd
- hebben vermurwd
- hebben vermurwd
- hebben vermurwd
v.v.t.
- had vermurwd
- had vermurwd
- had vermurwd
- hadden vermurwd
- hadden vermurwd
- hadden vermurwd
o.t.t.t.
- zal vermurwen
- zult vermurwen
- zal vermurwen
- zullen vermurwen
- zullen vermurwen
- zullen vermurwen
o.v.t.t.
- zou vermurwen
- zou vermurwen
- zou vermurwen
- zouden vermurwen
- zouden vermurwen
- zouden vermurwen
diversen
- vermurw!
- vermurwt!
- vermurwd
- vermurwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for vermurwen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
erleichtern | vermurwen | afdekken; afruimen; opluchten; opruimen |
lindern | vermurwen | kalmeren; lenigen; verlichten; vervriendelijken; verzachten |
lockern | vermurwen | detacheren; loskrijgen; losmaken; lostornen; loswerken; scheiden; tornen; uithalen; uittrekken; versoepelen |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
lindern | verzachtend |
Wiktionary Translations for vermurwen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vermurwen | → erleichtern | ↔ soulager — délivrer, débarrasser d’une partie de quelque fardeau. |