Dutch
Detailed Translations for houder from Dutch to German
houder:
-
de houder (eigenaar; bezitter; drager)
der Besitzer; der Eigentümer; der Inhaber; die Besitzerin; der Eigentümerin; der Lizenzinhaber; die Inhaberin -
de houder (penhouder)
-
de houder (pennenhouder; etui)
der Federhalter -
de houder
Translation Matrix for houder:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Besitzer | bezitter; drager; eigenaar; houder | eigenaar; handhaver |
Besitzerin | bezitter; drager; eigenaar; houder | bezitster; eigenares; vrouwelijke eigenaar |
Eigentümer | bezitter; drager; eigenaar; houder | |
Eigentümerin | bezitter; drager; eigenaar; houder | bezitster; eigenares; vrouwelijke eigenaar |
Federhalter | etui; houder; penhouder; pennenhouder | kroontjespen |
Halter | houder; penhouder | hanger; kleerhanger; klerenhanger; knaapje; licentiehouder; vergunninghouder |
Inhaber | bezitter; drager; eigenaar; houder | licentiehouder; toonder; vergunninghouder |
Inhaberin | bezitter; drager; eigenaar; houder | bezitster; eigenares; vrouwelijke eigenaar |
Lizenzinhaber | bezitter; drager; eigenaar; houder | licentiehouder; vergunninghouder |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
Basisstation | houder | |
Dockingstation | houder | basisstation |