Dutch
Detailed Translations for redekunde from Dutch to German
German
Detailed Translations for redekunde from German to Dutch
redekunde: (*Using Word and Sentence Splitter)
- Rede: spreekbeurt; lezing; toespraak; rede; voordracht; speech; redevoering; spraak; oratie
- Kunde: klant; afnemer; koper; cliënt; klanten; mare; officieus bericht; account
- reden: spreken; praten; converseren; communiceren; in contact staan; een conversatie hebben; vertellen; verhalen; verhaal vertellen; kletsen; klappen; babbelen; kakelen; zwammen; kwebbelen; kwetteren; wauwelen; snateren; kwekken; kouten; bezet zijn; in gesprek zijn