Summary
Dutch to German: more detail...
- uitelkaar:
- uit elkaar:
-
Wiktionary:
- uit elkaar → entzwei, in Stücke, auseinander
Dutch
Detailed Translations for uit elkaar from Dutch to German
uitelkaar:
-
uitelkaar (uit elkander; uit elkaar; uiteen; vaneen; van elkander; van elkaar)
Translation Matrix for uitelkaar:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
auseinander | uit elkaar; uit elkander; uiteen; uitelkaar; van elkaar; van elkander; vaneen | |
entzwei | uit elkaar; uit elkander; uiteen; uitelkaar; van elkaar; van elkander; vaneen | aan stukken; beschadigd; defect; doormidden; gebarsten; gebroken; in stukken; kapot; middendoor; onklaar; stuk |
uit elkaar:
-
uit elkaar (uit elkander; uiteen; uitelkaar; vaneen; van elkander; van elkaar)
Translation Matrix for uit elkaar:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
auseinander | uit elkaar; uit elkander; uiteen; uitelkaar; van elkaar; van elkander; vaneen | |
entzwei | uit elkaar; uit elkander; uiteen; uitelkaar; van elkaar; van elkander; vaneen | aan stukken; beschadigd; defect; doormidden; gebarsten; gebroken; in stukken; kapot; middendoor; onklaar; stuk |
Wiktionary Translations for uit elkaar:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uit elkaar | → entzwei; in Stücke; auseinander | ↔ asunder — into separate parts |