Summary


Dutch

Detailed Translations for punt from Dutch to German

punt:

punt [de ~ (m)] noun

  1. de punt (issue; kwestie)
    die Frage; die Sache; die Streitfrage; der Fall; Problem; die Angelegenheit
  2. de punt (beoordelingscijfer)
    die Note; die Beurteilung

punt [de ~ (m)] noun

  1. de punt
    die Spitze

punt [de ~] noun

  1. de punt
    der Punkt

punt

  1. punt
    der Grad

Translation Matrix for punt:

NounRelated TranslationsOther Translations
Angelegenheit issue; kwestie; punt aangelegenheid; affaire; geval; kwestie; liaison; liefdesrelatie; relatie; verhouding; zaak
Beurteilung beoordelingscijfer; punt beoordeling; boekbespreking; recensie
Fall issue; kwestie; punt casus; debacle; dreun; geval; gezichtshoek; gezichtspunt; ineenstorting; ineenzakking; instorting; invalshoek; klap; knal; kwak; kwestie; naamval; ondergang; oogpunt; perspectief; probleemgeval; smak; standpunt; teloorgang; tenondergang; val; verderf; zienswijs
Frage issue; kwestie; punt aangelegenheid; affaire; geval; kwestie; vraag; zaak
Grad punt gelid; graad; gradatie; hoekgraad; mate; militaire rang; niveau; peil; rang; rangorde; thermometergraad; warmtegraad; wetenschappelijke graad
Note beoordelingscijfer; punt muzieknoot; rapportcijfer; tintje; toon; zangnoot
Problem issue; kwestie; punt hersenbreker; ingewikkeldheid; kwestie; kwesties; moeilijkheid; narigheden; probleem; problematiek; problemen; puzzel; vraagstuk
Punkt punt
Sache issue; kwestie; punt aangelegenheid; affaire; artikel; ding; geval; gezichtshoek; gezichtspunt; goed; invalshoek; item; kwestie; liaison; liefdesrelatie; object; oogpunt; perspectief; relatie; standpunt; verhouding; voorwerp; zaak; zienswijs
Spitze punt aanvoeren; aanvoering; bergspits; bergtop; bovenkant; bovenzijde; culminatie; eerste plaats; franje; gevel; helmpluim; hoogst bereikbare punt; hoogst haalbare; hoogste punt; hoogtepunt; kant; kantkloswerk; kantwerk; leiding; passement; passementerie; piek; pluim; pui; summum; tonsuur; top; toppunt; torenspits; uitsteeksel; versierende omzoming; versiering van rafels; voorgaan; voorgevel; voorsprong; voorzijde; zenit
Streitfrage issue; kwestie; punt geschilpunt; gezichtshoek; gezichtspunt; invalshoek; omstreden kwestie; oogpunt; perspectief; punt van geschil; punt van onenigheid; standpunt; strijdpunt; strijdvraag; twistpunt; twistvraag; zienswijs
- plaats; plek

Related Words for "punt":

  • puntten, punten

Synonyms for "punt":


Related Definitions for "punt":

  1. bepaalde ruimte of punt in de ruimte1
    • dat huis ligt op een mooi punt1
  2. eenheid in het spel1
    • hij haalde tien punten1
  3. gespreksonderwerp1
    • over het laatste punt wil ik nog even verder praten1
  4. hoek van vierkante lap1
    • met een punt van de zakdoek veegde hij zich schoon1
  5. klein rondje, stip1
    • achter de zin zet je een punt1
  6. scherp uiteinde1
    • er zit een punt aan dit potlood1

Wiktionary Translations for punt:

punt
noun
  1. een positie in de ruimte
punt
noun
  1. der oberste, schmal zulaufende Teil eines Gegenstandes oder einer Formation
  2. -

Cross Translation:
FromToVia
punt Spitze apex — in geometry: topmost vertex of a cone or pyramid
punt Punkt dot — small spot or mark
punt Punkt dot — decimal point
punt Punkt dot — punctuation mark
punt Punkt dot — morse code symbol
punt Tor goal — point(s) scored
punt Note mark — academic score
punt Punkt period — punctation mark “.”
punt Punkt; Zeitpunkt point — particular moment in an event or occurrence
punt Punkt point — location or place
punt Punkt point — geometry: zero-dimensional object
punt Punkt point — full stop
punt Punkt point — unit of scoring in a game or competition
punt Spitze point — sharp tip
punt Punkt stop — punctuation symbol
punt Zinke tine — prong
punt Spitze tip — extreme end of something
punt Ende; Kulm; Spitze; Stift; Zacke; Zinke; Zipfel boutpartie extrême d’une chose.
punt Kulm; Spitze; Stift; Zacke; Zinke; Zipfel cime — La partie la plus haute d’une montagne, d’un rocher, d’un arbre, etc.
punt Punkt; Point point — couture|fr action de piquer dans un tissu avec une aiguille enfiler ou résultat de cette action, piqûre.
punt Kulm; Spitze; Stift; Zacke; Zinke; Zipfel pointeextrémité piquante et aiguë de quelque chose que ce être.

Related Translations for punt