Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Search: vastbesloten

Dutch and German Translation Search Results for vastbesloten

Summary

Dutch to German: more detail...

vastbesloten:
- fest beschlossen; entschlossen; entschieden; sicher
Wiktionary:
- vastbesloten → mannhaft

Dutch

Detailed Translations for vastbesloten from Dutch to German

vastbesloten:

vastbesloten adj

vastbesloten
fest beschlossen; entschlossen; entschieden; sicher
- fest beschlossen adj
- entschlossen adj
- entschieden adj
- sicher adj

Translation Matrix for vastbesloten:

Modifier	Related Translations	Other Translations
entschieden	vastbesloten	absoluut; bepaald; beslist; besluitvaardig; dapper; doortastend; drastisch; een zekere; eenduidig; ferm; gedecideerd; gedetermineerd; heldhaftig; heroïsch; kloek; kordaat; krachtdadig; krachtig; moedig; ondubbelzinnig; onverschrokken; onweerlegbaar; resoluut; ronduit; stellig; sterk; stout; stoutmoedig; vast en zeker; vastberaden; zeker
entschlossen	vastbesloten	absoluut; beslist; besluitvaardig; dapper; doortastend; drastisch; ferm; gedecideerd; heldhaftig; heroïsch; kloek; kordaat; krachtdadig; krachtig; moedig; onverschrokken; resoluut; ronduit; standvastig; stellig; sterk; stout; stoutmoedig; vastberaden; zeker
fest beschlossen	vastbesloten
sicher	vastbesloten	absoluut; accuraat; assertief; bepaald; beslist; besluitvaardig; duidelijk; echt; een zekere; feitelijk; ferm; fiks; flagrant; flink; gedecideerd; geheid; gewis; heel zeker; herkenbaar; heus; jazeker; kordaat; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; net; onfeilbaar; ongetwijfeld; onmiskenbaar; onwankelbaar; onwrikbaar; op heterdaad; overduidelijk; pal; precies; resoluut; reëel; ronduit; secuur; standvastig; stellig; stevig; stipt; vast; vast en zeker; vastberaden; vasthoudend; veilig; volhardend; voorzeker; waarachtig; waarlijk; wel degelijk; welzeker; zeker; zelfbewust; zelfverzekerd; zo klaar als een klontje; zonneklaar; zorgvuldig

Related Words for "vastbesloten":

vastbeslotenheid

Wiktionary Translations for vastbesloten:

vastbesloten

adjective

entschlossen, tatkräftig
- mannhaft → vastbesloten; resoluut

External Machine Translations: